Doorrekening verkiezingsprogramma's: 'bizarre' oefening (1)

De politieke partijen zijn volop bezig met de strategische keuze van de maatregelen, die ze door het Planbureau kunnen laten becijferen.
Ze kunnen naar keuze tot 50 concrete maatregelen laten becijferen.
Het risico bestaat dat appelen met peren zullen vergeleken worden.

De doorrekening van de verkiezingsprogramma's  is sedert 2014 wettelijk vastgelegd. Maar het Planbureau, dat de opdracht moet uitvoeren, waarschuwde al onmiddellijk dat een volledige berekening onhaalbaar is. Bovendien kunnen enkel politieke partijen, die nu al actief zijn in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, hun programma's laten doorrekenen.

Er zullen enkel berekeningen gemaakt worden over federale materies. En dat precies in ons qua staatsstructuur ingewikkeld landje, waar heel wat maatregelen bevoegdheidsoverschrijdend zijn en verdeeld over de federale en regionale overheden.

"Voor mij blijft dit een absurde situatie", zegt Ludwig Vandenhove.
"Los van de hierboven aangehaalde technische argumenten, zijn er politieke redenen.

In een democratie moet elke partij naar de kiezer gaan met een eigen programma en zoveel mogelijk stemmen proberen te bekomen op basis van standpunten en visies.
Als het na de verkiezingen tot een coalitie komt, moet elke partij zoveel mogelijk punten proberen 'binnen te halen'.
Dat er dan een berekening gebeurd qua financiële complicaties van het regeerprogramma, is logisch. Maar dan en niet eerder.

Wat zijn ze toch aan het maken van de politiek?
Logisch dat de burger het vertrouwen verliest.

Een politicus moet aan politiek doen, geen boekhouder willen spelen.
Daar pas ik voor."

 

 

Tags: