Postgraduaat Maatschappelijke Veiligheid - Leidinggeven, managen en coachen in de veiligheidssector

Op donderdag 28 april 2011 vond de officiële kick off van dit nieuwe postgraduaat aan de XIOS Hogeschool Limburg plaats.

Als mede-initiatiefnemer was burgemeester Ludwig Vandenhove één van de gastsprekers.

 

Hij pleitte er nog maar eens voor dat het politie- en veiligheidsonderwijs nauwer zou moeten aansluiten bij het normale onderwijsaanbod.

 

 

Minister Pascal Smet was in laatste instantie weerhouden en werd vervangen door Vlaams Volksvertegenwoordiger Chokri Mahassine.
Dit weerhield Ludwig Vandenhove er niet van enkele rechtstreeks boodschappen aan de Vlaamse Minister van Onderwijs te richten.

 

 

 

 

Hieronder vindt u de integrale tekst van zijn toespraak.

 

 

Mijnheer de gouverneur, beste Herman
Mijnheer de minister, beste Pascal
Mijnheer de directeur, bestuursleden, docenten en/of andere personeelsleden van de XIOS Hogeschool Limburg
Dames en heren
Geachte aanwezigen

 

 

Op mijn beurt wil ik u van harte welkom heten op dit officiële startmoment, de kick off, van het nieuwe postgraduaat ‘Maatschappelijke Veiligheid’ - ‘Leidinggeven, managen en coachen in de veiligheidssector’ van het departement Sociaal-Agogisch Werk (SAW) van de XIOS Hogeschool Limburg.

 

 

Als mede-initiatiefnemer van de navorming rond maatschappelijke veiligheid via een aantal studiedagen sedert het academiejaar 2009 - 2010 aan de XIOS Hogeschool
Limburg ben ik blij dat we hier vandaag een volgende stap kunnen zetten (1) (2).

Het idee voor zo’n specifiek Limburgs opzet leefde al bij mij sedert begin 2008, trouwens samen met huidig gouverneur Herman Reynders, die toen nog collega-burgemeester van Hasselt was.

 

 

Voor mij is dit dan ook een belangrijk moment.
Het toont nog maar eens aan dat ik geen politicus ben, die enkel maar zaken aankondigt in de media, maar ze ook (mee) waarmaakt op het terrein.

 

 

In het academiejaar 2009 - 2010 hebben we een 6-tal studiedagen georganiseerd.
In het academiejaar 2010 - 2011 is er, naast een aantal studiedagen, een module van 6 dagen ‘Management voor veiligheidsdiensten’ georganiseerd.
Deze module is tot stand gekomen door verkennende gesprekken met praktijkmensen uit het leidinggevend kader van de veiligheidsdiensten.
Samen met deze informatie en de input van de stuurgroep, die deze projecten begeleidt, - ik kom hier later op terug - werd het uitgebreid programma van dit postgraduaat ontwikkeld.
Limburgers beginnen altijd bescheiden.

 

 

Maar naast het inhoudelijke argument, is er een typische Limburgse reden geweest om met dit initiatief te starten. Praktisch stel(de) ik immers vast dat op heel wat plaatsen in België en Vlaanderen colloquia, studiedagen, etc. doorgaan.
Telkens ik daar aan deelneem en/of gevraagd wordt als panellid zijn de aanwezige Limburgers sterk in de minderheid.
Dit heeft uiteraard te maken met de afstand en de mobiliteit, bijna hetzelfde argument wat indertijd mee aan de basis heeft gelegen voor een eigen Limburgse universiteit en voor de uitbouw van een sterk net qua Limburgse hogescholen.

 

 

Coördinator navorming SAW Ivette Leten, die ik trouwens wil bedanken voor haar puik werk en goede organisatie, zal straks dieper ingaan op de inhoud van dit postgraduaat.
Ik wil er alleen dit over zeggen: het is zeer praktijkgericht, het biedt mogelijkheden om op actuele gebeurtenissen of tendensen in te spelen en het ligt in de lijn van de evoluties, die het politieonderwijs kenmerken.

 

 

Als bevoorrecht getuige als burgemeester van de stad Sint-Truiden en als voorzitter van de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken en toen nog als federaal volksvertegenwoordiger en als lid van de bijzondere commissie belast met de Parlementaire Begeleiding van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten (het zogeheten Comité P), voelde ik en voel ik nog steeds aan dat er heel wat te bewegen staat in het opleidings- en vormingsaanbod qua veiligheidsdiensten in het algemeen en het politielandschap in het bijzonder.

 

 

De redenen zijn van diverse aard:
-         de toenemende internationalisering, onder andere in het kader van een steeds belangrijker wordende Europese Unie (EU), zowel qua aanpak van de criminaliteit op het terrein (zie onder andere het Verdrag van Stockholm), als inzake de tendens om het opleidings- en het vormingsgebeuren steeds meer op mekaar af te stemmen (zie de Verklaring van Bologna);
-         de tendens om het politieonderwijs, ook bij ons in België - zie het rapport van de federale politieraad onder leiding van professor doctor Willy Bruggeman (3) - niet (enkel) afzonderlijk meer te organiseren, maar binnen de normale onderwijsstructuren;
-         de maatschappelijke evolutie, waarbij politie- en veiligheidsdiensten in staat moeten zijn om zich permanent aan te passen.
Vandaar de termen integrale en maatschappelijke veiligheid;
-         de toenemende vraag vanuit het werkveld om meer aandacht te schenken aan de aspecten management en leidinggeven in de opleiding en/of de bijscholing.

 

 

 

 

 

En mijnheer de minister, beste Pascal, ik wil proberen te begrijpen - voor alle duidelijkheid ik ben er niet altijd mee akkoord, maar dat is een ander debat - dat er moet bespaard worden, ook in het (hoger) onderwijs, maar ik vind dat Limburg in het algemeen en de XIOS Hogeschool Limburg in het bijzonder de mogelijkheden moeten krijgen om op deze evoluties in te spelen.
Een extra argument hierbij is dat wij zeker niets aanbieden wat elders al bestaat en dat wij bereid zijn om nauw samen te werken met alle associaties, onderwijsinstellingen en andere partners, die hier rond bezig zijn en/of werken, binnen en buiten Limburg. Zo loopt dit postgraduaat, in samenwerking met de provincie Limburg, de Universiteit Hasselt, uitgeverij Politeia, de Koninklijke Federatie van de Officieren en Hogere Ambtenaren van de Belgische Politie en Hit event.
Ik kom hier bij het einde van mijn toespraak nog even op terug.

 

 

Wij voeren hier permanent gesprekken rond met alle mogelijke partners met als hoofdbekommernis tegemoet te komen aan de noden van het werkveld.
De stuurgroep, die dit project binnen de XIOS Hogeschool Limburg begeleidt en stuurt, bestaat niet voor niets uit personen en verantwoordelijken uit datzelfde werkveld.

 

 

Op die manier is het thema mee geëvolueerd van (meer) gericht op integrale/maatschappelijke veiligheid naar leidinggeven en management.

 

 

De huidige politieke situatie maakt het er, net zoals op heel wat andere beleidsdomeinen, zeker niet gemakkelijker op om duidelijkheid te creëren in het opleidingslandschap qua politie en veiligheid.

 

 

Enerzijds is er het gebrek aan een coherente federale regering om de nodige beslissingen te nemen, anderzijds is er in het kader van de aan gang zijnde onderhandelingen rond de staatshervorming de vraag of veiligheid (brandweer, civiele bescherming, politie, preventie, etc.) al dan niet federaal zal blijven.
Voor alle duidelijkheid: voor mij moet dat federaal blijven!
Komt hier nog bij dat onderwijs een Vlaamse materie is, het politieonderwijs bij manier van spreken tussen federaal, Vlaams en provinciaal ‘in hangt’ en de zogeheten interne staatshervorming de zaken op dat vlak zeker niet vergemakkelijkt.
Het is tegen deze onduidelijke en moeilijke politieke achtergrond dat de hervorming van het politie- en veiligheidsonderwijs moet bekeken worden. Maar misschien geeft dit ook precies opportuniteiten.

 

Ter verduidelijking: het postgraduaat dat hier vandaag wordt voorgesteld, heeft vooral betrekking op het politielandschap, maar de hier gemaakte analyse en de gedane voorstellen gelden even goed voor de veiligheidssector in het algemeen.
Dit gaat zeker op voor de brandweer, maar gezien de al ‘eeuwigdurende’ hervormingen, ga ik hier niet dieper op in. Het is zo immers al moeilijk genoeg.

 

 

Dus: dit postgraduaat is gericht op heel de veiligheidssector.

 

 

Wat de politie betreft, is er inhoudelijk reeds heel wat werk geleverd door professor doctor Sofie De Kimpe (4) met het project ‘Politie, een lerende organisatie’. Ook het recent opgerichte ‘Platform politieleiderschap’ (5) in het verlengde hiervan is een positieve evolutie.
Hetzelfde geldt voor de aan de gang zijnde doorlichting van de verschillende, meestal provinciale politiescholen.

 

Het concept is vrij uniek: voor het eerst in de Belgische politiegeschiedenis zitten het politie- en het reguliere onderwijs rond de tafel om na te denken over de toekomst van het politieonderwijs.

 

 

Lerende organisaties zien in dat leren een middel is om op veranderende omstandigheden in te spelen en/of te reageren.
Concreet betekent dit in de politieorganisatie dat de opleiding de motor van de organisatie wordt.
Dit houdt 2 elementen in:
-         het imago van de politieopleidingen moet een oppoetsbeurt krijgen.
Zij moeten opnieuw aantrekkelijk gemaakt worden.
Het politieonderwijs moet veel meer dan vandaag de motor zijn van de organisatie, waardoor verandering en vernieuwing via vorming, training en opleiding (VTO) in de organisatie stromen.
Politiemensen gaan zo meer aandacht en interesse hebben in vorming, training en opleiding, maar evenzo gaan mensen uit de onderwijswereld meer de weg kiezen van het politieonderwijs om het mee inhoud en vorm te geven.

 

 

Hierbij past de aansluiting bij het geldend maatschappelijk onderwijssysteem, zodat de geleverde inspanningen door (kandidaat)-politievrouwen/-mannen ook kunnen ‘renderen’ buiten de organisatie. Met andere woorden, het politieonderwijs moet passen binnen het Europees hoger onderwijssysteem zoals vastgelegd in de Verklaring van Bologna, kortweg het Bachelor-Master systeem (BaMa-systeem).
Aan masterstudenten in de politiewetenschappen wordt de mogelijkheid geboden om via verkorte programma’s in te stromen in andere (sociale) wetenschappen, zoals criminologie, rechten, sociologie,etc.
Omgekeerd zal de invoering van een diploma en de mogelijkheid tot schakeling met diploma’s uit het regulier onderwijs de instroom aan hoger opgeleiden in de politieorganisatie doen toenemen;

 

 

-         het politielandschap moet veel meer aandacht besteden aan vorming, training en opleiding.
Lerende organisaties stimuleren het concept ‘leren’ op alle mogelijke manieren.
Hierbij wordt ervan uitgegaan dat alle leden van de organisatie op elk moment van hun loopbaan over het vermogen beschikken te leren.
Het principe van ‘levenslang leren’ doet hier zijn intrede.
Dit wil niet zeggen dat politiemensen veel meer opleiding moeten genieten, maar beter en meer gericht en de daar verworven competenties veel beter zouden moeten benut en geëxploiteerd worden binnen de organisatie.

 

 

Zonder op exacte programma’s vooruit te willen lopen, moeten hier zeker 3 elementen in aan bod komen: burgerzin of maatschappelijke betrokkenheid, de toenemende internationalisering en leidinggeven en management.

 

 

Deze aanpak qua onderwijs, opleiding en vorming binnen het politie- en veiligheidsonderwijs kan de basis vormen voor een aangepast aanwervings-, bevorderings- en humanresourcesbeleid.
Al deze elementen moeten veel meer in elkaar overvloeien. Ook dat is één van de aandachtspunten van het hoger aangehaalde rapport van de federale adviesraad.

 

 

Het zal een loopbaan bij de politie aantrekkelijker maken en voor een stuk eveneens het huidig probleem van het aantrekken van (gespecialiseerd) personeel vergemakkelijken, ook al omdat het potentieel aan kandidaten op die manier zou moeten toenemen.

 

 

In feite is de boodschap simpel: de algemene opleidingen, die ook nog kansen bieden buiten de politie, komen in het normale onderwijscircuit terecht, de gespecialiseerde opleidingen blijven bij de politiescholen. Er is dus geen sprake van concurrentie. De politiescholen zullen dan wel moeten aanvaarden dat er een minimum - wat mij betreft nationale - norm qua kwaliteit van de aangeboden opleidingen komt. Bovendien zullen zij zich dan verder kunnen specialiseren in specifieke capaciteiten, waarover politievrouwen/-mannen moeten kunnen beschikken. Ik citeer hier bijvoorbeeld gerechtelijk directeur Luc Valkenborg van het arrondissement Hasselt: “Ook de invoering van het recherchemanagement kan bijdragen tot een kortere doorlooptijd van de onderzoeken. Daardoor kunnen we capaciteit winnen.”(6)
Of nog een ander voorbeeld, waar ik het weliswaar inhoudelijk niet echt mee eens ben: het project dat geleid wordt door de korpschef van Dendermonde Paul Putteman om gevaarlijke massadoders à la Kim De Gelder sneller te isoleren en te neutraliseren.(7)
En uit de werking van de lokale politie kennen we genoeg voorbeelden: recherche, wijkwerking, etc.

 

 

Hiertoe is het eveneens noodzakelijk dat er in het onderwijs- en opleidingslandschap bij de politie heel wat opleidingen en navormingen beter op elkaar afgestemd worden en beter gestroomlijnd worden.
Zoals hoger al aangehaald, kan dit enkel maar de externe ervaring en verfrissende ideeën en benaderingen vanuit andere sectoren doen toenemen.
Dit geldt én voor de basisopleidingen, én voor de voortgezette en/of gespecialiseerde opleidingen.

 

 

Uiteraard moeten niet alleen de leidinggevenden overtuigd zijn dat dit een goede evolutie is voor het politielandschap, maar tevens ‘de gewone politievrouw/-man’.
Als burgemeester, die dicht bij zijn korps staat, ben ik ervan overtuigd dat dit geen gemakkelijke oefening zal zijn.
De uitdaging bestaat erin om alle leden te doen inzien dat ze er op termijn allemaal beter van worden en hun positie op de arbeidsmarkt versterken.

 

 

Dames en heren
Beste vrienden

 

 

Dit nieuwe postgraduaat dat hier vandaag voorgesteld wordt, past inhoudelijk en strategisch binnen de hiervoor geschetste evolutie.
En mijnheer de minister, zoals daarstraks al even aangehaald, het is inderdaad de bedoeling om op termijn, liefst zo snel mogelijk, hier echt een bacheloropleiding rond op te zetten.
Niet (alleen) omdat wij in Limburg ook op dat vlak willen meedoen, maar vooral omdat wij denken hier in te spelen op een behoefte en evolutie in het politielandschap. En wij willen hierbij, ik herhaal het, samenwerken met alle partners binnen en buiten Limburg.
Een voorbeeld: gezien de strikte samenhang tussen parket en politie, zou er perfect kunnen samengewerkt worden met de afstudeerrichting Rechtspraktijk van de opleiding Bedrijfsmanagement aan de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL). Immers, in dergelijke bacheloropleiding zal een gedeelte rechtsvakken aan bod moeten komen.

 

 

Ik vind ook, beste Pascal, dat de Vlaamse overheid in heel dit debat, weliswaar met de al aangehaalde beperkende en moeilijke politieke elementen, een meer offensieve rol zou moeten spelen. En misschien zie ik het allemaal een beetje simplistisch, maar dat is nu éénmaal het voordeel, wellicht ook het nadeel, van al jaren in de gemeentepolitiek en tussen de politiemensen op het terrein te staan en niet in het onderwijsveld.

 

 

En nu de Vlaamse regering in het kader van de Vlaamse staatshervorming, tenminste als ik het goed begrepen heb, beslist heeft dat de provincies onderwijs mogen blijven organiseren, lijkt het mij alleszins op Limburgs niveau perfect mogelijk om snel een samenwerkingsverband uit te tekenen dat op heel deze evolutie inspeelt.
Mijnheer de gouverneur lijkt mij de ideale persoon om hierrond een overleg op gang te brengen.
Hierbij kunnen eveneens de Limburgse beroeps- en technische scholen betrokken worden, die momenteel respectievelijk veiligheidsberoepen en integrale veiligheid inrichten en de evaluatie, die hierrond op Vlaams niveau gebeurt.

 

 

Ik denk dat inmiddels iedereen, zeker in het politielandschap en de veiligheidssector, mijn ‘haat - liefde - verhouding’ kent met de privésector.
Veiligheid is en blijft voor mij een zaak van de overheid en de privé kan enkel aanvullend werken (8).
In heel dit opleidingslandschap moet de privésector zeker betrokken worden, onder andere qua (wetenschappelijke) publicaties, maar de overheid moet een veel meer offensievere rol spelen om knowhow te verzamelen en die ook bij te houden en over te brengen. Dit is trouwens een algemeen gegeven qua opleiding en vorming bij de overheid en/of in onderwijsinstellingen.
Hoeveel consultancy bureaus en/of private firma’s worden er hiervoor niet ingehuurd en ondertussen moeten de overheid in het algemeen en het onderwijs in het bijzonder inleveren?
Als politiek moeten we dit onder ogen durven zien en dat debat durven aangaan.

 

 

Onderwijs en opleiding zijn één zaak, wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening andere. De Universiteit Hasselt en de XIOS Hogeschool Limburg moeten de ambitie hebben om zich eveneens op deze terreinen te positioneren.
In België en Vlaanderen wordt in vergelijking met andere landen minder aandacht en geld besteed vanuit de diverse overheden aan (wetenschappelijk) onderzoek van alle aspecten qua veiligheid.

 

 

Dames en heren
Beste vrienden

 

 

Ik wens de XIOS Hogeschool Limburg en zeker de potentiële studenten veel succes met dit nieuwe postgraduaat en bedank u voor uw aandacht.

 

 

Ludwig Vandenhove

 

 

 

 

(1) Studiedagenreeks ‘Maatschappelijke Veiligheid’ is een feit - www.ludwigvandenhove.be - 9-11-2009
(2) Navormingscyclus aan de XIOS Hogeschool Limburg opnieuw van start - www.ludwigvandenhove.be - 23-10-2010
(3) ‘Evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming’  van de federale politieraad onder leiding van professor doctor Willy Bruggeman
(4) DE KIMPE (S.), ‘Politie, een lerende organisatie’, in Het Politiejournaal, september 2010, uitgeverij Politeia, Brussel, pp. 7-13.
(5) (4) SNELS (M.) ‘Naar een platform ‘politieleiderschap’ voor leiderschapsontwikkeling, in Het Politiejournaal, maart 2011, uitgeverij Politeia, Brussel, pp. 11-15.
(6) ‘Woninginbraken aanpakken is prioriteit’ in Het Belang van Limburg van 29 november 2010
(7) ‘Met een De Gelder telt elke seconde’ in Het Laatste Nieuws van 19 april 2011
(8) VANDENHOVE, L. (2005) Slotwoord: een aanzet tot debat, VANDENHOVE, L. (ed.) Cahiers van de Senaat ‘Lokale overheden en (private) veiligheid’, Politeia, Brussel, 2005, 107-118.