Succesvolle PXL ENERGIE SPEEDDATE

Op dinsdag 6 september 2016 organiseerde de Hogeschool PXL een speeddate rond energie.
Naast inhoudelijke klemtonen was het de bedoeling het postgraduaat Energy Efficiency Services en een aantal andere postgraduaten en permanente vormingen extra onder de aandacht te brengen.

Zowel inhoudelijk, als qua opkomst was deze eerste Vlaamse Energy Service Company (ESCO)-speeddating een succes”, aldus gedeputeerde van Leefmilieu Ludwig Vandenhove.

Ludwig Vandenhove lag mee aan de basis van het initiatief voor een eigen Limburgs initiatief van een postgraduaat Energy Efficiency Services. Hij was er vorig academiejaar al gastspreker en dat zal ook dit jaar het geval zijn.

Na inleidingen van gouverneur Herman Reynders en Vlaams minister van Energie Bart Tommelein nam Ludwig Vandenhove het slotwoord voor zijn rekening.

 

Hieronder vindt u de leidraad van zijn tussenkomst ‘Het belang van energie efficiëntie / Limburg Klimaat Neutraal / ESCO2020’.

-Proficiat met het initiatief.

-Bedankt aan Vlaams minister van Energie Bart Tommelein om hier aanwezig te zijn. Ik denk trouwens ‘dat hij goed bezig is’.
Alles helpt, kleine en grote dingen, om de burger, elk op haar/zijn plaats, meer bewust te maken van de klimaatproblematiek en om mee te helpen aan een oplossing.

-Ik heb hem ook uitgenodigd om in het najaar een bezoek te brengen aan Limburg, vooral aan onze projecten collectieve renovatie.
Net zoals hem juich ik elk initiatief toe dat ertoe bijdraagt dat burgers isoleren, energiezuinig renoveren en/of  zelf alternatieve energie opwekken en zo helpen de CO2-problematiek en de klimaatopwarming aan te pakken.
Het vandaag gelanceerde voorstel  om een extra-premie te krijgen als buren samen renoveren, is positief. Maar eerlijkheidshalve meen ik dat we de lat hoger moeten durven leggen en moeten (blijven) gaan voor collectieve renovaties, bijvoorbeeld in sociale woonwijken.
Onze ervaringen in Limburg met onder andere de vzw Steunpunt Buurt Opbouw Werk (STEBO) en de vzw Duurzaam Bouwen Limburg (DuBoLimburg) en de klimaatleningen van de vzw Duurzaam Wonen Limburg (Duwolim) zijn ter zake zeer positief .

In die zin ben ik blij dat de Vlaamse regering onlangs beslist heeft om de Vlaamse  renovatielening meer af te stemmen op ons Limburgs model.  Het advies van de Vlaamse Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) over deze nieuwe Vlaamse regeling is bijgevolg ingegeven vanuit Limburg.

Ik hoop dat die aanpassingen alsnog gebeuren.

Voldoende aandacht voor de situatie en rol van de energiehuizen, bij ons de vzw DuBoLimburg.
De goede samenwerking in Limburg tussen de vzw DuBoLimburg en het provinciebestuur bewijst dit.

Een hogere dossiervergoeding voor de energiehuizen bovenop de indexering en aangepast aan de gewijzigde voorwaarden.

Een vereenvoudiging van de voorwaarden, dat wil zeggen twee in plaats van drie verschillende rentevoeten en looptijden.

Een aanzienlijke verhoging van het totale leningsbedrag dat meer in verhouding staat tot de gemiddelde renovatiekost van een woning.

Het behoud van de Vlaamse Energielening voor alle burgers, niet-commerciële instellingen en coöperatieve vennootschappen, ook na 2018, als een belangrijk instrument in het lokale en Vlaamse energie- en klimaatbeleid.

-De provincie Limburg overtuigde de Limburgse gemeenten om de Limburgse klimaatambitie te steunen en zelf in 2011 het Europese Burgemeestersconvenant te ondertekenen. Zo engageerden ze zich om meer dan 20% CO2 te besparen tegen 2020.
Die ambitie werd concreet uitgewerkt in 44 gemeentelijke klimaatplannen.
We evalueren de situatie regelmatig en koppelen terug naar de gemeenten. Zo heb ik in juni 2016 samen met de provinciale ambtenaren van de dienst Milieu en Natuur en de vzw DuBoLimburg alle Limburgse gemeenten via vier overlegrondes aangedaan om hen de concrete cijfers toe te lichten.
Van elke gemeente is er een overzichtelijk rapport, waaruit kan opgemaakt worden voor de diverse indicatoren hoe de situatie evolueert.
Eerlijk is eerlijk: we zijn alleszins nog niet goed genoeg bezig. We staan wel het verste van alle provincies, die inmiddels ons voorbeeld volgen.  

We zullen de gemeenten stimuleren om ook de nieuwe Europese Burgemeestersconvenant, waarin meer de nadruk ligt op transitie, te ondertekenen.

-Belangrijk actiepunt in deze gemeentelijke klimaatplannen is het energiezuinig maken van gebouwen.
Voor de gemeenten zijn de prioriteiten het eigen gemeentelijke patrimonium, de eigen gemeentelijke gebouwen en het investeren in hernieuwbare energie.

-Dit is niet gemakkelijk voor de gemeenten.
Er spelen verschillende drempels: het ontbreken van kennis over de beste en nieuwste technieken, tijd en capaciteit om concrete projecten voor te bereiden, aan te besteden en de uitvoering op te volgen  en soms ook de (pre)financiering van die investeringsprojecten. En er is de politieke drempel: geen resultaten op korte termijn.

-Om deze knelpunten op te lossen heeft de provincie Limburg(in het kader van de ondersteuning van de Limburgse gemeenten ‘Limburg uw partner’) samen met Infrax en de vzw DuBoLimburg een sterk aanbod ontwikkeld, namelijk het project Energy Service Company (ESCO) - Limburg2020.
Met extra Europese steun (bijna 1 miljoen euro) helpen we de gemeenten heel concreet om hun gebouwen aan te pakken.

Deze middelen worden ingezet om gemeenten te informeren, te adviseren en te begeleiden bij het versneld energieperformanter maken van hun patrimonium. Tegelijk wordt ook de Limburgse bouwsector verder klaargestoomd zodat ze de duurzame technologie op de juiste manier kunnen implementeren.

In totaal zullen meer dan 100 Limburgse overheidsgebouwen worden aangepakt, goed voor een totale investering van 20 miljoen euro.

Net zoals voor de individuele burger (vzw DuboLimburg) is begeleiding en opvolging essentieel. Het gaat immers om een complexe materie, zowel qua regelgeving, als technisch.

-Uitgaande van hun klimaatactieplan en het actueel energieverbruik van hun gebouwen (jaarlijkse resultaten van hun energieboekhouding) helpen we hen de prioritaire gebouwen op te lijsten. Vervolgens doen de ingenieurs van Infrax al het werk.
Gebouw per gebouw wordt onderzocht wat nodig en haalbaar is en worden de concrete werken aanbesteed en opgevolgd.
De gemeente moet bij manier van spreken aan het eind van de rit het gebouw gewoon weer ‘in ontvangst nemen’. Grondig gerenoveerd en veel energiezuiniger dus dan voorheen.
Meestal moe(s)ten de betrokken gebouwen sowieso gerenoveerd worden, via het ESCO-project zijn ze meteen heel energiezuinig.

-Op deze manier gaan we op enkele jaren tijd met alle partners samen heel wat Limburgse gemeenten en de provincie Limburg helpen om in het totaal meer dan 22 miljoen euro te investeren in hun gebouwen. Zo besparen we meer dan 18 000 Megawatt uur (MWh) per jaar wat overeenkomt met 4 600 ton CO2!

-Samenwerking met alle partners is belangrijk!

In september 2015 werd officieel het initiatief BE2020-DYNAMISCH LIMBURG boven de doopvont gehouden.
be2020 is een nieuw platform van private bedrijven uit de alternatieve energiesector dat wil zorgen dat Limburgse consumenten, gemeenten en bedrijven samen de klimaatdoelen van 2020 behalen: 20% minder CO2-uitstoot, 20% energiezuiniger, minimaal 20% energie uit hernieuwbare energiebronnen.
Dit initiatief komt niet gemakkelijk van de grond, net zoals het 'Charter milieu en duurzaam ondernemen Limburg', een initiatief van Voka - Kamer van Koophandel Limburg met steun van de provincie Limburg.
Hierbij engageren Limburgse bedrijven zich om gedurende 1 jaar acties te voeren met een duidelijke impact op milieu en mens.

Ik hoop dat het plan van minister Bart Tommelein om een Vlaams ESCO-fonds voor privé-bedrijven hier mee voor een doorbraak kan zorgen.

-De deelnemende gemeenten beschikken dan over erg energiezuinige gebouwen met een groter comfort en meer gebruiksgemak.
De investeringen zorgen meestal voor een aanzienlijke besparing op de energiefactuur, ook een belangrijk punt voor een lokaal bestuur.  Betere gebouwen, die minder kosten, zijn tevens goed voor de burgers.

Op die manier geven gemeenten het goede voorbeeld aan hun burgers en laten ze zien wat mogelijk is.

-Belangrijk is bovendien het positieve effect voor de bouwsector.

Deze investeringen zorgen voor werk voor onze Limburgse bouwsector.
Het zijn Limburgse architecten, aannemers en studiebureaus, die in eerste instantie door Infrax voor deze werken worden aangezocht.

Het gaat vaak over plaatselijke bedrijven, dus goed voor de lokale economie.

-En de financiering dan? In eerste instantie dachten we dat het ook een gebrek aan geld was waardoor onze gemeenten en steden niet snel geneigd zijn om hun gebouwen te renoveren en energiezuiniger te maken. Uit de praktijk weten we nu dat het (voorlopig) toch vooral die andere praktische dingen zijn, die een rol spelen.

Infrax werkt momenteel met een soort van voorfinanciering: de gemeente moet meestal maar (aan Infrax) beginnen terug te betalen op het ogenblik dat het gebouw gerenoveerd is.
Er kunnen afspraken worden gemaakt waarbij vervolgens de afbetaling in verhouding staat tot de uitgespaarde energiekost.

Dit lijkt op een echte ESCO-aanpak, waarbij een privé -firma op eigen kosten de volledige investering zou doen en die investering recupereert via de uitgespaarde energiekosten.

In de praktijk kan Infrax dit soort model niet gebruiken, omdat Infrax een zuivere intercommunale is, waarbij ze juridisch dit soort afspraken (contracten) niet kan sluiten met de eigen aandeelhouders. Misschien dat we in de toekomst wel andere financiële modellen zullen moeten gebruiken waarbij we gemeentelijke gebouwen kunnen renoveren zonder dat het de gemeente één euro kost, volledig buiten het gemeentelijke budget. Dus een soort financiering door derden.
Als overheid moeten we zoeken naar zulke modellen.

Misschien werken de huidige lage rentevoeten daar precies in ons nadeel (of voordeel?). De privé-sector wil immers zoveel mogelijk winst maken.

We moeten de aanpak van de klimaatproblematiek op lange termijn kunnen koppelen aan ons economisch model, waarbij er naar winst gestreefd wordt op korte termijn (of de macro-economische benadering laten samenvallen met de micro-economische).

-We hebben ook geleerd dat het erg belangrijk is om een concreet beeld te hebben van de toestand van het hele gebouwenpark.
In nogal wat gevallen weten eigenaars (in dit geval de gemeenten) niet of nauwelijks hoe hun gebouwen er aan toe zijn, zoals hoeveel energie ze verbruiken en hoeveel ze in feite zouden kunnen besparen.
Op basis van zo een totaalvisie kunnen gebouwen beter beheerd en onderhouden worden en de noodzakelijke renovaties in de toekomst gepland worden.
Dat gebeurt tot nu toe veel te weinig. Zo worden ook echte zware herstellingen voorkomen, die veel geld kosten.
Planning is belangrijk.

-Er is intussen heel wat werk verzet, maar de uitdaging blijft erg groot.

Er blijven bij de gemeenten heel veel gebouwen te renoveren en niet alleen bij de gemeenten: heel veel scholen, kantoorgebouwen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, buurthuizen, sportaccommodaties, etc. moeten veel energiezuiniger en comfortabeler worden.

Niet alleen omwille van het hoge energieverbruik bij lage temperaturen in de winter, maar meer en meer ook in de zomer.
Kijken we maar naar de waarschuwingen over toenemende hittegolven de komende jaren (door de klimaat­opwarming): we zullen onze gebouwen eveneens in de zomer leefbaar moeten houden en ook dat kost energie...  En al die aanpassingen moeten we snel kunnen doen, de volgende jaren, zeker en vast als we onze klimaatdoelstellingen willen realiseren.

-De uitdaging is dus groot.
In Limburg geven we alvast het goede voorbeeld, maar er zijn nog veel helpende handen en veel kennis nodig om dit doel te realiseren. Daarom is een opleiding als deze (postgraduaat Energy Efficiency Services) zo belangrijk.

-Ik hoop dat de PXL veel studenten in deze richting mag verwelkomen.
Dat is goed voor de instelling en goed voor de klimaatneutraliteit in Limburg.

 

Zie ook PXL ENERGIE SPEEDDATE van 30-08-2016, Ludwig Vandenhove op eerste Vlaamse klimaatconferentie van 20-04-2016 en Ludwig Vandenhove doceert aan studenten Postgraduaat Energy Efficiency Services van 15-12-2015 op deze website.