Technische werkloosheid bij openbare besturen: geen voorstander

Er zijn in deze Coronatijden heel wat openbare besturen, die, net zoals de privé -sector, gebruik maken van het systeem van technische werkloosheid met als argument overmacht.

Ik vind dat geen goede zaak”, zegt gemeenteraadslid Ludwig Vandenhove.
“Ik sta daar op het standpunt van de Algemene Centrale van de Openbare Diensten (ACOD), Lokale en Regionale Besturen (LRB), waar ik al jaren lid van ben.

Er moet natuurlijk bekeken worden in welke mate telewerk of thuiswerk kan. En indien dat niet kan, kan nog altijd, met respect voor de  maximale veiligheidsmaatregelen, bekeken worden of er geen andere mogelijke opdrachten, taken of functies zijn.
Het is de opdracht van de verschillende overheidsniveaus om hier creatief mee om te gaan.
De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) is daar duidelijk in via de richtlijnen: ‘Contractueel personeel kan eventueel tijdelijk werkloos worden gesteld wegens overmacht. Maar het moet volledig onmogelijk zijn om nog te werken en men kan zich inbeelden dat er in een overheidsdienst vervangende taken kunnen worden verricht.’
Dezelfde redenering  staat in een recente versie van de afsprakennota van de Vlaamse overheid ten aanzien van de lokale besturen.

Ook bij de provincie Limburg is voor een aantal personeelsleden technische werkloosheid ingeroepen.
Met de sp.a in de deputatie en met mij als gedeputeerde van Personeel (vorige legislatuur) zou het niet waar geweest zijn.

Er zijn een aantal overheden, die dienstvrijstelling met behoud van loon toepassen.
Een goede maatregel.        

Ik heb verschillende redenen om niet voor technische werkloosheid bij de overheid te zijn.

1.Het gaat om een situatie van overmacht.
De overheid als werkgever zou dat risico moeten dragen en dat niet overdragen aan de werknemers, die een aanzienlijk inkomensverlies lijden bij technische werkloosheid.

2.De andermaal ongelijke behandeling tussen contractuele en statutaire personeelsleden.

3.De personeelskosten zijn voorzien in de begrotingen en de meerjarenplanningen.
Tijdelijke werkloosheid komt neer op een besparing op de personeelskosten. Dus in feite besparen als gevolg van Covid-19,  is niet echt een zuivere situatie.

4.De meeste betrokken personen, die op technische werkloosheid terechtkomen, bevinden zich veelal in de lagere inkomenscategorieën.

5.Mensen een bepaald inkomen garanderen, is de beste garantie tegen armoede.

6.De overheid belast op die manier ‘de werkloosheidskas’, die solidair wordt gefinancierd en paritair wordt beheerd, ten nadele van andere sectoren.
Het is weer maar eens een typisch voorbeeld van met de ene hand geven en met de andere hand nemen.
Uiteindelijk is het allemaal belastinggeld.

Ik hoor de reacties al. Of de afgunst.
Moet er weer een uitzondering zijn voor ‘die luieriken’? Het gaat echter niet om een uitzondering, elk statuut heeft zijn eigenheden en een overheid is geen privaat bedrijf. Maar dat vergt een ander en fundamenteel debat.”