Wekelijkse cartoon: stadsfinanciën Sint-Truiden gezond!

De stadsfinanciën van Sint-Truiden zijn gezond en het beloofde beleid bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 en 2000 is grotendeels gerealiseerd.
Zelf is Ludwig Vandenhove meer dan ooit kandidaat om ook na de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 de stad Sint-Truiden te leiden. In die zin heeft hij al een aantal grote beleidslijnen uitgetekend voor de komende legislatuur.


Dat is de inhoud van de toespraak van Ludwig Vandenhove naar aanleiding van de officiële nieuwjaarsontvangst van de stad Sint-Truiden op zaterdag 29 januari 2006.

Hieronder vindt u de integrale tekst.

Wij zijn de laatste zondag van januari, traditioneel de officiële nieuwjaarsreceptie van de stad Sint-Truiden.

Het is nog altijd januari, dus mogen we nog de al even traditionele wensen uitwisselen

Als burgemeester van de stad Sint-Truiden wens ik u, in mijn persoonlijke naam, maar ook in naam van het schepencollege en de gemeenteraad, het allerbeste toe voor 2006.

Vooreerst wens ik u, uw familie en allen die u dierbaar zijn een goede gezondheid.
Immers, zonder die basiswens hebben alle andere wensen toch geen of tenminste nog zeer weinig zin.
Vervolgens hoop ik dat al uw wensen, die uzelf koestert voor 2006, of het nu op persoonlijk, familiaal of beroepsvlak is, bewaarheid mogen worden.

Bij een nieuwjaarstoespraak past het vooruit te kijken, maar vooral even achterom te zien, ook internationaal en nationaal. Sint-Truiden vormt immers geen eiland, zeker niet in een wereld, die elke dag (nog) meer OPEN wordt.

Internationaal waren er de grote natuurrampen, onder andere in Zuid-Oost Azië met de Tsunami-ramp eind 2004-begin 2005 en in Pakistan later op het jaar.
Er kwam een wereldwijde solidariteit op gang, ook in Vlaanderen en Sint-Truiden.
Spijtig genoeg vermindert of verdwijnt die solidariteit naarmate er minder aandacht in de media en zeker op televisie is. Vandaag zijn de problemen in deze rampgebieden en op nog veel andere plaatsen in de wereld er nochtans zeker niet kleiner op geworden.

Vermeldenswaard is wel dat het Rode Kruis van Sint-Truiden in dit verband en om precies te zijn op vrijdag 17 en zaterdag 18 februari eerstkomend nog een grote actie op het getouw zet voor de gevolgen van de ramp in Pakistan.
Ik doe hier nu al een oproep dat Sint-Truiden zich weer eens van zijn solidaire kant laat zien.

Internationaal was, of beter bleef er het probleem van het terrorisme, de nieuwste vorm van oorlog. Dit terrorisme komt steeds dichter bij ons.
Deze nieuwste vorm van godsdienstoorlog, en voor wie haar of zijn geschiedenis kent, weet dat er zo talrijke geweest zijn, kan enkel maar opgelost worden met voldoende gezond verstand, dialoog en overleg met een juiste positionering van alle partners op voet van gelijkheid.
Als buur, in de school, op de werkvloer, in de vereniging etc. kunnen we met mekaar spreken en mekaar proberen te begrijpen, en ik zeg wel degelijk begrijpen en niet overtuigen, met wederzijds respect: dit is op termijn de enige oplossing!
En dames en heren, laat u niets wijsmaken en of we dat nu graag hebben of niet: de multiculturele samenleving zal niet meer verdwijnen. Ook dat is geschiedenis: mensen trekken altijd naar plaatsen waar het beter is.

Omdat onze omgeving alsmaar multicultureler wordt en er geen weg terug meer is, ben ik de mening toegedaan dat we beter meer energie steken in wederzijds overleg en respect dan in mekaar het leven zuur te maken.
In dit verband deed ik in november 2005 al een oproep om in Sint-Truiden van start te gaan met een interculturele en interlevensbeschouwelijke dialoog, te beginnen binnen het onderwijs.
Concreet betekent dit dat scholen - over de netten heen en mits voldoende      structureel overleg - gezamenlijke activiteiten rond multiculturaliteit en interlevensbeschouwingen zouden organiseren binnen eenzelfde themaweek en rond eenzelfde basispakket dat in overleg wordt samengesteld en gedragen wordt door alle scholen en vertegenwoordigers van de religies en levensbeschouwingen. De eerste aanzet tot dit initiatief is reeds gegeven en begin februari zullen de eerste conclusies van het overleg verder worden uitgewerkt.

Want er is meer dan ooit wederzijds respect en een goede dialoog nodig tussen de verschillende bevolkingsgroepen, tussen autochtonen en allochtonen van welke godsdienst dan ook.
Iedereen, elke generatie, heeft hierin haar of zijn verantwoordelijkheid, maar vooral de jeugd en het onderwijs moeten hierin een belangrijke rol spelen.

België, Vlaanderen en ook Sint-Truiden hebben het goed gedaan in 2005.
Uit alle internationale statistieken blijkt dat we, op dat gedeelte van de bevolking na dat op of onder de armoedegrens leeft, op één van de beste plaatsen ter wereld leven.

Laten we het zo houden, maar laten we vooral eens wat meer gaan beseffen hoe goed we het hebben, en niet alleen in het begin van een nieuw jaar als er nog al eens wensen uitgewisseld en beloftes gemaakt worden, maar elke dag opnieuw.
Als de burgers, dus ook wij allemaal, nu eens meer zouden praten over al datgene wat we wel hebben en niet altijd over datgene wat we niet hebben (‘het halfvolle in plaats van het halflege glas’), dan zou onze maatschappij er een stuk beter uitzien en voorstaan.
Meer beseffen hoe goed we het hebben, minder individualisme en meer verdraagzaamheid: dat is dan ook wat ik hoop voor 2006!

Ik hoor heel veel mensen deze boodschap uitspreken, zeker bij een jaarwisseling, maar in de praktijk merk ik vaak het omgekeerde. Ik hoop dan ook dat het dit jaar iets minder bij woorden blijft.
Laten we erop rekenen dat 2006 de kentering brengt. Ooit zal ze toch moeten komen!

Ook voor Sint-Truiden was 2005 een goed jaar.
Sint-Truiden is een stad, 'een stad apart' waarnaar wordt opgekeken.
Truienaren zijn 'a ras apoat', los in de omgang, met een flamboyante manier van leven, die rechtuit hun gedacht zeggen, graag feesten, luidruchtig zijn, maar vooral het hart op de goede plaats hebben.

Ik vind dat we die mentaliteit niet mogen opgeven en onze eigen Truiense eigenheid moeten bewaren, maar dit belet niet dat we ons naar buitenuit moeten profileren als historische stad, met een rijk religieus en cultureel verleden, in het centrum van Haspengouw en de fruitstreek, met talrijke monumenten en mogelijkheden om aan passieve recreatie te doen.

Het individuele beeld van de Truienaar moet ondersteunend werken aan dit imago en is hier zeker niet tegengesteld aan, ook al wordt dit door sommigen graag zo voorgesteld en zelfs gecultiveerd.
Sint-Truiden mag een zekere grandeur hebben, onze positie als stad verantwoordt dit. Dit heeft niets te maken met diknekkerij, maar alles met fierheid over deze stad. Dit is mijn leidraad als burgemeester van deze stad: de mentaliteit van de Truienaar aanwenden om Sint-Truiden een ijzersterk imago te bezorgen, waar de Truienaar fier op kan zijn en dat de Truienaar sociaal, economisch en maatschappelijk ten goede komt.

Op dit moment - we zijn nu begin 2006 en staan voor een belangrijk jaar, hét verkiezingsjaar voor het gemeentelijk niveau - kijk ik met enige voldaanheid terug op wat we als bestuur de voorbije jaren gerealiseerd hebben.
Hetgeen we beloofden in de beleidsnota's 1994 en 2000 is grotendeels gerealiseerd.
We hebben gedurende twee legislaturen een CONTRACT aangegaan met de kiezer. Ons uitgangspunt was en is daarbij: 'Wij beloven wat we gaan doen en doen ook wat we beloven'. De bijhorende keerzijde daarbij was en is: 'Wij doen niet wat we niet beloofd hebben!'

De beleidsnota's zijn nog steeds ter beschikking en als die nota's langs de realisaties gelegd worden, dan zal u merken dat we goed op schema zitten, dat met andere woorden het vooropgestelde grotendeels behaald werd.

Zonder pretentieus te willen zijn, durf ik stellen dat het huidige bestuur in de voorbije bestuursperiode goed geboerd heeft en een beleid gevoerd heeft, dat in hoofdzaak staat voor continuïteit, afgewisseld met heel wat nieuwe klemtonen en originele en frisse ideeën.

De begroting 2006 is rond.
De bestuursmeerderheid houdt woord, ik zei het al: het beloofde beleidsprogramma wordt uitgevoerd tegen eind dit jaar.
En ook voor onze opvolgers, ik hoop natuurlijk dat wij het zelf zijn, heb ik goed nieuws: de stadskas is niet leeg, ondanks een beleid waarin we (bijna) alles waargemaakt hebben wat we beloofd hebben. Met andere woorden, ook qua gemeentefinanciën hebben we een echt beleid gevoerd.
De begroting 2006 en de eraan gekoppelde meerjarenplanning bevestigen dit!

Naar aanleiding van de begroting 2006 die aanstaande dinsdag aan de gemeenteraad wordt voorgelegd, maar vooral bij de aanvang van het laatste jaar van deze legislatuur, wens ik graag kort enkele beschouwingen te formuleren in verband met de gemeentefinanciën van onze stad.

In de begroting 2006 beschikken wij in gewone dienst over een reservefonds (of beter gezegd een spaarpot) ten bedrage van ± 3.890.000 EUR (of ± 157.000.000 BEF).
In onze meerjarenplanning, die we zoals alle steden en gemeenten moeten opmaken en die gaat tot en met 2009, slagen wij er ook nu weer in om af te sluiten met een mooi boni van ± 719.000 EUR (of ± 29.000.000 BEF).
Deze spaarpot, die wij ook nu weer aan het einde van deze legislatuur kunnen voorleggen, net zoals in 2000, beide verkiezingsjaren, is uiteraard een barometer van goed financieel beheer doch ook van een vooruitziend financieel beheer.

De personeelsuitgaven vormen met 37,93% de grootste hap binnen ons uitgavenbudget. Dit is lager dan het Vlaams gemiddelde dat 39% bedraagt. Dit bewijst dat wij de personeelsuitgaven goed hebben beheerst en ons personeelscontingent goed in de hand hebben gehouden. Van personeelsinflatie enerzijds of van afbouw anderzijds is er dus totaal geen sprake!
Wij hebben gezorgd voor de invulling van een adequaat personeelskader met aandacht voor de nodige kwalificaties, doch altijd met een goede dienstverlening voor ogen. Daarbij zijn een goede ondersteuning via informatisering en een degelijke accommodatie uiteraard ook belangrijk.

Uit cijfers en analyses van de laatste 10 jaar blijkt dat wij het beloofde politieke personeelsbeleid hebben waargemaakt:
- het totaal aantal personeelsleden is beheerst, maar toegenomen;
- er zijn heel wat sociale projecten, waarbij zogeheten moeilijk plaatsbare werklozen aan de slag kunnen en waarvoor we subsidies kunnen verkrijgen van de hogere overheid, opgestart;
- er is een stijging van de personeelsuitgaven, vooral omwille van de uitbreiding van allerlei personeelsvoordelen;
- het aandeel van de personeelsuitgaven in de globale begroting daalt, zodanig dat het percentage qua financiële middelen om aan echt beleid voor de burger te doen, toeneemt.

In verband met personeelsaangelegenheden, kan ik niet genoeg benadrukken dat wij als politici het beleid moeten uittekenen, maar dat de correcte uitvoering en de opvolging ervan zeer sterk afhankelijk is en ook de verantwoordelijkheid is van de ambtenarij.

Ik wil het ook even over onze schulden hebben.
De uitstaande schuld van 72,3 miljoen EUR eind 2005 is een logisch gevolg van het vrij fors investeringsprogramma dat de laatste 11 jaar werd doorgevoerd.
Wij zijn immers in Limburg de grootste stad qua oppervlakte, met een 390 km-lang te onderhouden wegennet, veel openbaar groen, etc. met alle structurele en financiële gevolgen vandien. 
Maar ik kan u verzekeren dat het programma telkens opnieuw met grote zorgvuldigheid wordt opgemaakt, waarbij duidelijke prioriteiten worden gesteld, geen luxeprojecten, en met een evenwichtige spreiding tussen het centrum en de randgemeenten.
Investeren betekent ook geld pompen in de lokale economie en middenstand: de laatste 10 jaar om en bij de 125.000 EUR of 5 miljard BEF.

Over de fiscale druk van de voorbije 10 jaren kan ik vrij bondig zijn.
Door onder andere de hervorming van de politie, de hervorming van de inkomstenbelasting en de liberalisering van de energiesector etc. kwamen heel wat steden en gemeenten, in de periode 2001-2004, zowel qua uitgaven als qua ontvangsten, zwaar onder druk te staan.
De fiscale druk voor iedere burger is hierdoor in verhouding gestegen.
Maar zonder de fiscale aap op iemand anders schouders te willen zetten, wil ik in dit verband ook zeggen dat belastingen in feite de prijs zijn voor de geleverde dienstverlening. 

Onze stadsfinanciën, die om de reeds eerder vermelde structurele redenen steeds constant onder druk zullen blijven staan, werden dus sinds 1995 vrij goed beheerst en beheerd en daar kan ik als burgemeester terecht fier op zijn.

Als bestuursploeg hebben wij vele beslissingen genomen, soms ook minder populaire - dit geef ik grif toe - soms uit noodzaak omdat het niet anders kon of omwille van uitzonderlijke omstandigheden, maar meestal in functie van het algemeen welzijn en belang. Want ook dit wordt vaak, zeker in deze tijden van toenemend individualisme, onderschat. Het bestuur is er om het algemeen belang te behartigen en niet om ieders individueel probleem op te lossen.

De stadsfinanciën moeten toelaten om ook de volgende legislatuur een doorgedreven gemeentebeleid te voeren met voldoende continuïteit, dynamisme en inspelend op nieuwe maatschappelijke evcoluties.

In een 10-tal krachtlijnen komt mijn visie op het Sint-Truiden van morgen op het volgende neer:

- De Truienaar nog meer betrekken bij het beleid.
- Het buurt- en wijkgevoel verder versterken.
- Een stelselmatige verbetering van de dienstverlening voor de Truienaar.
- Ontwikkeling van de tewerkstelling in eigen stad.
- Sint-Truiden verder profileren als toeristische stad door het fruit, de evenementen en het historisch verleden, zowel qua monumenten als qua religieus-cultureel erfgoed.
- Een doorgedreven en aangepast sociaal beleid voor die groepen, die het minder goed hebben.
- Een doorgedreven jeugd- en sportbeleid waarbij alle leeftijdsgroepen actief, creatief en zinvol hun vrije tijd kunnen doorbrengen.
- Veiligheid voor de Truienaar in de breedste betekenis van het woord.
- Meer groen en kunst in het straatbeeld, zowel in het centrum als in de  deelgemeenten.
- Meer dan 40 000 inwoners, dat is het ultieme doel!

Hopelijk deelt u allen hier aanwezig ook deze mening, maar misschien ook niet.
Als eigen inwoner van Sint-Truiden - dus niet als burgemeester - zou ik willen zeggen dat onze stad deze plannen verdient om zich nog meer te profileren als een echte stad apart.

We leven in een goed landje, zeker in Vlaanderen, en in een goede stad en hopelijk zal de democratie op 8 oktober 2006 zegevieren, ook in Sint-Truiden.

Sta me toe met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 nog even hardop te dromen over het Sint-Truiden van morgen.
Dat Sint-Truiden een stad mag blijven waar het goed is om wonen, te werken en te leven, ook voor personen met een handicap, anderskleurigen, laaggeschoolden, werklozen en psychatrische en ex- psychatrische patiënten tussen en in de directe omgeving van echte, valide en geestelijk gezonde Truienaren.
Dat in Sint-Truiden de buurt en de buren in harmonie kunnen leven. Dat kinderen zich in de speeltuin of in de wijken kunnen uitleven zonder gerechtelijke uitspraken te riskeren. Dat buurtbewoners van mekaar kunnen verdragen dat de bladeren van de boom van iemand anders overwaaien en tot slot dat iedereen probeert gelukkig te zijn met zichzelf en met haar of zijn directe omgeving en verdraagt dat de zon ook af en toe eens in de ogen van iemand anders schijnt.

Met deze intense en oprechte woorden wil ik eindigen en wil ik toasten op een mooi en vruchtbaar 2006.

Ik dank u voor de aandacht.

Ludwig Vandenhove
burgemeester - senator

Tags: