11e editie Politieacademie groot succes!

De 11e editie van de Politieacademie van de lokale politie Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken was andermaal een groot succes.
Spreker was voormalig minister van Justitie en federaal volksvertegenwoordiger Jo Vandeurzen met als thema ‘politie en openbaar ministerie: kan de samenwerking beter?’.

Er waren om en bij de 220 aanwezigen.


Na de toelichting van Jo Vandeurzen over hoe hij de hervorming van het justitielandschap ziet, waren er heel wat vragen vanuit het publiek.

De doelstelling van deze Politieacademie is tweeledig: zowel de bevolking, het brede publiek, als personen uit het werkveld confronteren met eminente sprekers uit de justitiële en/of politionele sfeer.”, aldus burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove, tevens voorzitter van het politiecollege en de politieraad van de lokale politie Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken en initiatiefnemer.
“Er komen steeds personen vanuit heel Vlaanderen op af.”.

De Politieacademie is maar één van de vele initiatieven, die de lokale politie Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken neemt in het kader van de OPEN communicatie.
In principe vindt de Politieacademie tweemaal per jaar plaats, eenmaal in de eerste helft en eenmaal in de tweede helft van het jaar.

Het onderwerp was actueler dan ooit, zeker na de gebeurtenissen en de voorvallen met justitie gedurende de laatste weken.
Voor alle duidelijkheid: Jo Vandeurzen was al gevraagd als spreker op het ogenblik dat hij nog minister van Justitie was.

“Vermits ik als burgemeester en als federaal volksvertegenwoordiger nogal bezig ben met het veiligheidsbeleid en in die zin ook (on)rechtstreeks met het thema justitie, wil ik kort ook zelf enkele kanttekeningen maken omtrent de recente gebeurtenissen in het justitielandschap:

- als burgemeester kan ik uit ervaring spreken: justitie en politie worden vaak over dezelfde kam geschoren als het over criminaliteit gaat. Aan de gewone burger krijg je bijvoorbeeld niet uitgelegd dat de politie bepaalde (kleine) criminelen vat, maar dat ze nadien snel terug vrij zijn en/of dat de uitspraak van de rechtbank al te lang op zich laat wachten.

- ook al heeft justitie de laatste jaren een aantal evoluties ondergaan, deze zijn zeker niet vergelijkbaar met deze van de politie sinds de politiehervorming.
Professionelen, maar ook de gewone burger, maken deze vergelijking zonder altijd te beseffen wat het onderscheid is tussen justitie en politie.
Alles wordt op één hoop gegooid en naar de bevolking toe is dit ook en vooral een kwestie van communicatie;

- ik ben het eens met de stelling, die een aantal collega-politici de laatste weken verdedigd hebben, dat justitie uit zijn ivoren toren moet komen.
De mogelijkheid daartoe is er zeker tot op een bepaalde hoogte, maar in mijn contacten met justitie merk ik dat hier heel veel van personen afhangt.
Het systeem zou dermate moeten hervormd worden dat dit niet meer afhangt van personen of persoonlijkheden, maar dat dit structureel georganiseerd wordt;

- minister Stefaan De Clerck kondigt nu andermaal een grondige hervorming van justitie aan, net zoals zijn voorgangers.
Ik ben het hier grondig mee eens, maar dan moet deze hervorming eindelijk ook gebeuren, en dat is - met alle respect voor de scheiding der machten, een uitspraak die hier zeker op zijn plaats is - de taak van de democratisch verkozen politici, niet van het justitieapparaat zelf.
Aan zulke hervorming, die een lange termijnvisie moet inhouden, wil ik graag meewerken, ook vanuit de oppositie. De politiehervorming is immers eveneens over de partijgrenzen heen tot stand gekomen;


- de laatste weken is er vaak gepraat over zogeheten slechte wetten, die justitie dan niet kan toepassen en/of uitvoeren.
We leven in een democratie en mijn ervaring als parlementslid zegt mij dat echt democratisch tot stand gekomen wetten vaak niet hetzelfde zijn als technisch perfecte wetten.
Dat is nu eenmaal de tol van de democratie: wetten maken meerderheid tegen minderheid, wetten evalueren, indien blijkt dat ze op het terrein niet werken of tekortkomingen hebben en regelmatig wetten durven herbekijken.
In die context heb ik al enkele malen de idee ontwikkeld om bijvoorbeeld om de 10 jaar alle wetten automatisch te laten vervallen, waarbij ze ofwel opnieuw goedgekeurd worden in dezelfde vorm, ofwel opnieuw goedgekeurd worden in een aangepaste vorm, ofwel afgeschaft worden;

- het is correct, ik geef dit graag toe als parlementslid, dat er teveel nieuwe decreten en wetten komen, maar we moeten hier eerlijk en consequent in zijn: de publieke opinie en vooral de media verwacht van parlementsleden dat ze alsmaar met nieuwe ideeën (en dus decreten en wetten) komen.
Het gaat zelfs zover dat parlementsleden ‘opgejaagd worden’ door statistieken, die bijgehouden worden door de media om na te gaan hoe vaak ze wetsvoorstellen indienen en/of parlementaire vragen stellen, net alsof dat het enige werk is van een goed parlementslid!;

- als we het hebben over justitie en de trage werking van het gerecht dan moeten we tevens durven spreken over sommige advocaten, die er echt ‘een spelletje’ van maken om op de procedures te spelen.
In de ogen van de burger wordt ‘de zwarte piet’ nu maar al te vaak enkel naar de politiek en de gerechtelijke macht toegeschoven, niet of nauwelijks naar de advocatuur.”

Alles samen was deze 11e Politieacademie inhoudelijk en praktisch een geslaagde avond, die in de Sint-Truidense traditie nog enkele uren ‘verlengd werd’ in de foyer van de academiezaal.