asster passie voor psychiatrische zorg

Dit is de nieuwe benaming voor de integratie van de psychiatrische centra Sancta Maria en Ziekeren in Sint-Truiden, die, samen met het nieuwe logo, officieel bekendgemaakt werden tijdens de academische zitting in de Academiezaal op vrijdag 20 mei 2011.

"De manier waarop heel het gebeuren werd opgezet met twee dagen feest (donderdag 19 en vrijdag 20 mei 2011) in een tent op de Groenmarkt, het centrum van de stad, bewijst voor mij nog maar eens de goede integratie van de (ex -)psychiatrische patiënten en de diverse instellingen in Sint -Truiden.", zegt burgemeester Ludwig Vandenhove.
Het hoogtepunt was het optreden van Guy Swinnen op vrijdagavond.

 

"We kunnen gerust spreken van een Sint-Truidens model qua psychiatrische zorg.", zegt een fiere Ludwig Vandenhove.
”Het samensmelten van deze 2 psychiatrische ziekenhuizen is een unicum in België.”

 

 

 

 

Hieronder vindt u de tekst van de integrale toespraak van burgemeester Ludwig Vandenhove tijdens de academische zitting van vrijdag 20 mei 2011. 

 

 

Eerwaarde zusters
Eerwaarde he(e)r(en)
Mijnheer de voorzitter en dames en heren bestuursleden
Dames en heren directieleden en personeelsleden
Dames en heren vertegenwoordigers van andere instellingen van de geestelijke en sociale sector in de brede zin van het woord
Mijnheer de minister
Andere collega’s uit de politiek
Dames en heren genodigden in al uw functies en hoedanigheden
Beste vrienden van de psychiatrie

 

 

Vandaag is het door de verregaande samenwerking van de twee psychiatrische instellingen Sancta Maria en Ziekeren een historische dag voor de psychiatrie in het algemeen en in Limburg in het bijzonder, maar ook voor de stad Sint-Truiden. Immers, onze stad is historisch verbonden met de psychiatrie en met deze twee instellingen.
Met de ‘Witzusters’ in 1841 en de ‘Broeders van Liefde’ in 1866 is Sint-Truiden dit jaar al 170 jaar verbonden met de psychiatrie, ook een reden tot feesten. Zo hebben de inwoners van onze stad goed de evolutie kunnen meemaken van psychiatrische patiënten: van als het ware opgesloten in een instelling tot de huidige openheid en het beschut wonen in de stad.

 

 

Het psychiatrisch centrum Sancta Maria en het psychiatrisch centrum Ziekeren slaan de handen in elkaar.
Door de vele veranderingen binnen het landschap van de geestelijke gezondheidszorg is er nood aan een gestructureerde aanpassing.
De beide ziekenhuizen zijn door de jaren heen geëvolueerd van een ziekenhuis met klemtoon op behandeling en verblijf naar een ziekenhuis met de klemtoon op observatie, diagnosestelling en behandeling.

 

 

Elke campus, Sancta Maria en Ziekeren, zal zijn specifieke zorgcluster hebben, wat de kwaliteit van de zorg enkel kan verbeteren, maar tevens voor de nodige complementariteit zal zorgen.

 

 

Beide instellingen zijn ook mee een veruiterlijking van het historisch, religieus karakter van onze stad met zijn talrijke kloosterordes, hetgeen we nu een stuk toeristisch uitspelen. Denken we bijvoorbeeld maar aan het Minderbroedersmuseum, dat sinds enkele weken een nieuwe naam gekregen heeft  ‘Museum De Mindere’.
Naast de algemene gezondheidszorg, de geestelijke gezondheidszorg en de bejaardensector waren deze kloosterordes jaren actief in het onderwijs.

 

 

Ik zal het in mijn toespraak, zonder volledig te zijn, hebben over de band tussen de psychiatrie en de stad Sint-Truiden.
De andere sprekers hebben het gehad/zullen het hebben over de concrete modaliteiten van deze samenwerking en de voordelen voor de sector en vooral voor de patiënten. Maar één zaak is zeker: er zijn veel voordelen aan het bundelen van kennis en zorg.
Het benaderen van de patiënt is zijn totaliteit, het uitbreiden van het aanbod naar de zorgbehoevenden, het optimaliseren en structureren van taken, etc.

 

 

Toen ik eind vorig jaar het Museum Dr. Joseph Guislain in Gent bezocht, herkende ik hier onmiddellijk een stuk van de geschiedenis van de psychiatrie in Sint-Truiden in.
De tentoonstelling in het Hoevemuseum over stichter kanunnik Petrus Jozef Triest van de Broeders van Liefde en outsiderskunst, trouwens door mij gesuggereerd tijdens één van de voorbereidende vergaderingen van dit evenement, geeft hier ongetwijfeld een goed beeld van.
Ondanks de verbondenheid van de psychiatrie met Sint-Truiden kan ik iedereen een bezoek aan dit museum in Gent aanraden.
Het is zeer confronterend, zeker als je van dichtbij of zelfs van ver af, met psychiatrische patiënten in de familie- of kennissenkring te maken (gehad) hebt.

 

 

Er zijn al veel artikels, boeken en tijdschriften gepubliceerd en  tentoonstellingen georganiseerd naar aanleiding van bijvoorbeeld verjaardagen van beide instellingen Ik denk hierbij onder andere, in het besef dat ik heel wat initiatieven over het hoofd zie en ik enkel kan meespreken over de periode van mijn bijna17-jarig burgemeesterschap, aan het boek ‘De kroniek der ‘Bewust’-wording’ in 2004 van vader en zoon Alfons en Pol Bellings naar aanleiding van 25 jaar beschut wonen en 20 jaar VZW Bewust en de academische zitting op dinsdag 28 februari 2006 naar aanleiding van het 140-jarig bestaan van Ziekeren Maar een echt boek, geschreven in mensentaal met de psychiatrie in al zijn aspecten in Sint-Truiden, verhalen uit het leven geschreven door (ex)-patiënten (‘oral history’) etc., is er nog niet.
Als iemand zich geroepen voelt, er is dus nog werk op de plank.
Het is een stokpaardje van mij. Ik laat dan ook geen enkele kans onbenut om het, zeker in deze middens, te herhalen.

 

 

 

 

 

Deze geschiedenis maakt dat de psychiatrie in al zijn aspecten vergroeid is met de Truienaar.
De Truienaar is verdraagzaam ten aanzien van (ex)-psychiatrische patiënten.
Ze waren en ze zijn welkom in Sint-Truiden.
Het bevestigt het sociale in de Truienaar.

 

 

In onze steeds meer individualistische en meer onverdraagzame samenleving laat ik geen enkele kans onbenut om hier op te hameren, zelfs in officiële toespraken, hetgeen mij niet altijd in dank afgenomen wordt. Ik citeer bijvoorbeeld uit mijn officiële nieuwjaarstoespraak van zondag 25 januari 2004 en mijn toespraak naar aanleiding van het 140-jarig bestaan van Ziekeren: “Ik heb maar één wens: dat Sint-Truiden een behulpzame, OPEN, tolerante, verdraagzame en solidaire stad mag blijven, waar ook personen en/of groepen, die het minder goed hebben, zoals onder andere asielzoekers, maar ook (ex)-psychiatrische patiënten welkom zijn.”

 

 

Persoonlijk heb ik als burgemeester, maar ook als mens, de beste verhoudingen met (ex)-psychiatrische patiënten.
Ik praat regelmatig met hen, ik drink samen met hen een pint op de één of andere activiteit, ze komen naar het administratief centrum of naar mijn zitdag als ze problemen hebben, etc.
Ze bellen mij dan thuis soms wel ’s nachts wakker, omdat ze ineens een probleem (denken te) hebben, maar dat moet je erbij nemen.

 

 

En wat die verdraagzaamheid van onze huidige maatschappij betreft, maak ik mij echt zorgen.
Iemand, die elke dag tussen de mensen is, zoals ik, merkt dat die verdraagzaamheid achteruitgaat, ook ten aan zien van (ex)-psychiatrische patiënten.
Beleidsverantwoordelijken in andere gemeenten of steden vinden het bijna logisch en vanzelfsprekend dat de stad Sint-Truiden over zo een uitgebreid net aan beschutte woningen als verlengde van Sancta Maria en Ziekeren beschikt, maar zelf staan ze, omwille van de potentiële reacties van de eigen inwoners, helemaal niet te springen om gelijkaardige projecten bij hen te hebben.
Persoonlijke contacten van mij met heel wat collega-burgemeesters en andere lokale politici bevestigen alleen maar mijn stelling.

 

 

En ook in Sint-Truiden merk ik dat, hoewel het hier nog altijd meevalt. Een voorbeeld: groepjes patiënten, die ‘samen troepen’, sorry een goedkoop blikje bier uit de nachtwinkel consumeren, op de vesten, worden al snel als overlast en zelfs (subjectief) onveilig ervaren en moeten volgens sommige inwoners en sommige politici, die hier gretig op ingaan, zelfs permanent gefilmd worden.
We moeten hier elke dag blijven tegen vechten, want psychiatrische patiënten zijn ziek, geen criminelen of misdadigers, zoals sommigen ze wel beschouwen. Dit geldt ook voor pedofielen of andere seksuele delinquenten en geïnterneerden, hetgeen niet evident is om uit te leggen in de huidige maatschappelijke context.  Bovendien moeten we ze maximale kansen op reïntegratie in de maatschappij bieden.

 

 

Als stad Sint-Truiden proberen we hier onze bijdrage toe te leveren.
Het meest tot de verbeeldding sprekende voorbeeld is ongetwijfeld de golem naar een idee van kippenkunstenaar Koen Vanmechelen, die in 2008 door een aantal instellingen uit de sector van de geestelijke gezondheidszorg is gemaakt en die nu permanent in het centrum van de stad aan Brustempoort, in de volksmond het Europaplein, staat.
Bij de officiële opening is er een happening georganiseerd in aanwezigheid van heel wat patiënten en Koen Vanmechelen.
Het is voor mij een veruiterlijking van de symbiose tussen kunst in de openbare ruimte, de psychiatrie en de stad Sint-Truiden. Deze golem moet trouwens afgeschuurd en opnieuw vernist worden en Koen en ik hebben afgesproken dat we symbolisch het laatste gedeelte zelf gaan doen.
Treffend in dit verband is dat een aantal patiënten van Ziekeren deze golem van Koen Vanmechelen in het klein gemaakt hadden als basis voor het vervaardigen van de golem op ware grootte.
Gewoon uniek, zeker toen ze mij die officieel zijn komen overhandigen.
Koen schrok er zo van toen hij dit exemplaar zag dat hij onmiddellijk gezegd heeft dat ze zo’n minigolems niet meer mochten maken opdat ze niet zouden kunnen gecommercialiseerd worden.
Ondertussen maakt Koen zelf van deze golems op schaalmodel genummerd en door hem gehandtekend.
Andere mooie initiatieven, waarbij de psychiatrie en de stad verbonden zijn, vind ik het ontmoetingshuis ‘Trefpunt’, het dierenpark in Ziekeren, de talrijke tentoonstellingen met kunstwerken van (ex-)psychiatrische patiënten, de talrijke gezamenlijke tewerkstellingsprojecten, zoals ‘De Ploeg’ en de buurtrestaurants, de aangepaste opleiding, genaamd Middelbare Graad Volwassenen Inclusie Project, die de Academie Haspengouw Beeld aanbiedt voor ex-psychiatrische patiënten en nu dit project ‘Verlichting’.

 

 

Ik droom nog altijd - en een mens moet durven blijven dromen - van een ontmoetingsruimte, noem het een café, in het centrum van de stad waar (ex)-psychiatrische patiënten en Truienaren elkaar in een ongedwongen sfeer kunnen ontmoeten.

 

 

Sint-Truiden is niet enkel uniek in zijn uitgebouwd netwerk qua psychiatrische voorzieningen, maar ook in de spontane samenwerking tussen de diverse vormen.
Toen Frank Vandenbroucke een aantal jaren geleden bevoegd minister was, vatte hij het bij een bezoek aan Sint-Truiden mooi samen:” Normaal moet de overheid geld en/of subsidies geven opdat instellingen en/of instanties samenwerken, in Sint-Truiden gebeurt dit spontaan vanuit de psychiatrie en zelfs wat het algemeen ziekenhuis betreft.”

 

 

De sterke aanwezigheid van de zorgsector in het algemeen en de psychiatrische sector in het bijzonder biedt voordelen en nadelen voor de stad Sint-Truiden, maar de voordelen overheersen duidelijk de nadelen.
In het academiejaar 2002 - 2003 heeft mevrouw Sarah Vandecruys, die nu trouwens woordvoerder is van minister-president Rudy Demotte van de Franse Gemeenschap en het Waals gewest, mede op mijn suggestie, haar masterthesis aan de Universiteit Hasselt (UH), toen nog het Limburgs Universitair Centrum (LUC) gemaakt over de ‘Economische impact van de psychiatrie op de stad Sint-Truiden’.
Dit onderwerp zou nog verder onderzocht moeten worden, maar uit deze eindverhandeling blijken duidelijk de belangrijke tewerkstelling en de rechtstreekse en onrechtstreekse economische effecten via aankopen voor de instellingen en via het bestedingspatroon van de (ex-)patiënten. Ook blijken hieruit de zwaardere werklast en financiële gevolgen voor het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) en voor een aantal andere sociale en thuisdiensten, omdat nog al wat (ex)-patiënten hier blijven ‘hangen’.
Met de steeds toenemende vermaatschappelijking van de psychiatrie zal deze last nog toenemen.
Dit is alleszins een evolutie, die wij als stad en OCMW moeten opvolgen.
Als stad en OCMW moeten we alert zijn dat dit andermaal geen verdoken doorschuiven van financiële lasten van hogere overheden naar de lokale besturen betekent.

 

 

 

 

 

Ook is er de grotere werklast voor de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken, onder andere op het vlak van de gedwongen opnames.
Het aantal gedwongen opnames in een psychiatrisch ziekenhuis is de afgelopen jaren in het algemeen fors toegenomen: van 2562 nieuwe opnames in 2007 tot 3032 in 2009, een stijging met net geen 20%.
Wat betreft de inwoners, die beschut wonen, is er een voortreffelijke samenwerking met de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken.
Via regelmatig overleg kent de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken nagenoeg alle locaties van beschut wonen en weet ze onmiddellijk hoe problemen aan te pakken als ze bijvoorbeeld door de buurt gecontacteerd worden omwille van lawaai, overlast, etc.

 

 

Conclusie: de voordelen wegen duidelijk op tegen de nadelen.

 

 

Dit gegeven, samen met de aanwezigheid van heel wat asielzoekers met hetzelfde fenomeen naar het OCMW en andere sociale instellingen toe, maakt onder andere dat de stad Sint-Truiden in de welzijnsmonitor niet zo goed scoort. Maar die consequenties moeten we erbij nemen.

 

 

Ik wil afronden met de samenwerking, onder de nieuwe naam asster, alle succes toe te wensen en ben er zeker van dat de ‘Patiënt Centraal Stellen’ (PCST) de hoofddoelstelling blijft voor de ‘Psychiatrische Centra Sint-Truiden’ (PCST).
Tenslotte hoop ik dat deze samenwerking, met een spreiding over meerdere gemeenten en steden in Limburg, geen afbouw van de aanwezigheid in Sint-Truiden mag betekenen.
Het is mij al door heel wat bestuurders en verantwoordelijken bevestigd, maar ik wou het bij deze speciale gelegenheid nog eens benadrukken.
We hebben nu in Sint-Truiden het grootste psychiatrische ziekenhuis in België, laten we het zo houden.

 

 

Veel succes en bedankt voor uw aandacht.

 

 

De tentoonstelling over stichterkanunnik Triest met outsiderskunst loopt tot en met zondag 12 juni loopt in het Hoevemuseum en is op woensdag open van 14.00 tot 17.00 uur en op zaterdag en zondag, telkens van 10.00 uur tot 17.00 uur.