Cartoon: de camerawet moet aangepast worden!

Sinds januari 2005 kan u op deze website wekelijks een cartoon vinden die gebaseerd is op een actuele politieke of maatschappelijke gebeurtenis, waarbij
Ludwig Vandenhove/> zelf betrokken is en/of waarover hij zijn mening geeft.
Cartoonist Dré Mathijs laat elke week zijn verbeelding de vrije loop en zorgt ervoor dat de gebeurtenis van die week wat meer in het oog springt.


De cartoons van 2005, 2006 en 2007 werden telkens tentoongesteld. In 2005 en 2006 werd er zelfs een cartoonboek gedrukt.
Wil je nog een exemplaar van het eerste cartoonboek ‘Een jaar Ludwig ludiek’ of van het tweede cartoonboek ‘Twee jaar Ludwig ludiek’ ontvangen, stuur dan een e-mail met je adres naar burgemeester@sint-truiden.be en je krijgt zo snel mogelijk een exemplaar toegestuurd (zolang de voorraad strekt).


De camerawet moet aangepast worden!


Vlak voor het einde van de vorige legislatuur is in de Kamer van Volksvertegenwoordigers de zogeheten camerawet goedgekeurd.
Voordien was deze camerawet uitgebreid onderwerp van bespreking geweest in de senaatscommissie Binnenlandse Zaken en Administratieve Aangelegenheden, waarvan ik toen voorzitter was.
In deze senaatscommissie zijn talrijke hoorzittingen georganiseerd, waarbij zowel wetenschappers en technici, als politiemensen van het terrein, uiteenzettingen hebben gegeven.

Na ettelijke besprekingen in de betrokken commissie is de camerawet, vooraleer goedgekeurd te worden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, door de voltallige Senaat goedgekeurd.
De camerawet is een voorbeeld van een wet, die uitzonderlijk in het Parlement zelf is tot stand gekomen.
De regering en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael hebben er de voorkeur aan gegeven om deze camerawet in het Parlement in het algemeen en in de Senaat in het bijzonder tot stand te laten komen.
Het is eerder zeldzaam dat wetsvoorstellen ook wet worden, zeker als het over zo'n ingrijpende materie gaat.
Het voordeel is dat het Parlement écht haar werk heeft kunnen doen, het nadeel is dat na zo’n grondig parlementair debat, waarbij het ook een kwestie is van (politiek) geven en nemen, wetten niet altijd technisch voldoende sluitend zijn.
Het Parlement moet hier echter niet beschaamd over zijn, als we zien hoeveel wetsontwerpen, die uiteindelijk voorbereid worden op kabinetten en via technici en specialisten, ook heel wat hiaten vertonen bij hun toepassing in de praktijk.
Hoe dikwijls heb ik bijvoorbeeld als voorzitter van de senaatscommissie Binnenlandse Zaken en Administratieve Aangelegenheden niet zelf amendementen moeten indienen om een wetsontwerp te 'herstellen'.

De grote verdienste van deze camerawet is dubbel:
- enerzijds een wettelijk kader creëren voor een bepaalde feitelijke toestand.
Met andere woorden, er waren al heel wat camera’s geplaatst, waarvoor er helemaal geen toelating gevraagd was.
De wetgever holde ook op dat vlak de praktijk achterna;
- anderzijds heeft deze camerawet ertoe bijgedragen dat er een zeker maatschappelijk bewustzijn is ontstaan rond voor- en nadelen van dit cameragebruik, zowel voor wat het aspect veiligheid betreft, als voor wat het element privacy betreft.
Toch is dit nog onvoldoende gebeurd en zou er vanuit de overheid bijna een sensibiliseringscampagne moeten op gang gebracht worden over de voor- en nadelen van dit cameragebruik.
Immers, het cameragebruik heeft heel wat impact op de burger, ook al beseft deze dat niet of alleszins veel te weinig.
Vaak zijn bijvoorbeeld de tegenstanders van flitspalen de grootste voorstanders van het inschakelen van camera’s qua veiligheidsbeleid. Begrijpen wie kan!
Eens de wet gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad en de politiemensen uit het werkveld ermee geconfronteerd werden, bleek dat er een aantal hiaten inzaten.
Dit kwam onder andere ter sprake tijdens de Adviesraad van Burgemeesters van september 2007.

Op dat ogenblik heb ik, als één van de initiatiefnemers van deze camerawet, het voortouw genomen om deze wet technisch op een aantal elementen aan te passen.
Uiteraard zou dit ook kunnen via een aantal Koninklijke Besluiten (KB), ter uitvoering van deze wet, maar het lijkt beter om de wetgeving technisch op een aantal punten aan te passen.
Dit is echt wetgevend werk en we moeten daar dan ook niet beschaamd over zijn: een wet aanpassen als ze in de praktijk niet goed blijkt te werken op een aantal punten.

Ik heb dan ook een aantal concrete voorstellen tot wetswijziging, waarvan ik hoop dat alle democratische politieke partijen hierachter zullen staan, zoals dat ook het geval was bij de oorspronkelijke camerawet.
Immers, het gaat eerder over technische aanpassingen.
Ik heb ter zake twee wetsvoorstellen ingediend met de vraag ze met hoogdringendheid te behandelen om een betere werking op het terrein mogelijk te maken.
Enerzijds gaat het om de aanpassing van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, anderzijds om een aanpassing van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (de zogenaamde camerawet).

In die zin herhaal ik eveneens mijn pleidooi voor een uitgebreide sensibiliseringscampagne in verband met deze toepassing van de camerawet naar de bevolking in het algemeen toe, maar ook naar alle mogelijke gebruikers, de politiediensten, etc. in het bijzonder.
Het ‘opduiken’ van camera’s in het openbaar leven heeft zo'n maatschappelijke impact, dat het mij best lijkt dat deze gang van zaken op twee niveaus opgevolgd wordt:
- de concrete toepassing van de wet, ook naar techniciteit toe, en de constante opvolging ervan;
- de maatschappelijke context van heel dit cameragebruik.
De bedoeling moet zijn hieromtrent een grondig maatschappelijk debat te (blijven) voeren en de bevolking er constant op wijzen welke de impact van dit cameragebruik op het dagelijks leven en functioneren kan zijn.

Omtrent dit onderwerp zijn er ook een tweetal interviews met mij verschenen: één in De Tijd op vrijdag 25 januari 2008 en één in Het Belang van Limburg op dinsdag 29 januari 2008.

U vindt beide interviews hieronder.

De Tijd, 25 januari 2008

'Nood aan één databank voor bewakingscamera's' 

VEILIGHEID Sp.a-Kamerlid Vandenhove wil eigen camerawet nu al aanpassen

Sp.a-Kamerlid
Ludwig Vandenhove/>, de bezieler van de wet op de bewakingscamera's, geeft toe dat de nieuwe wet op verschillende punten tekortschiet. Zo blijkt de lokale politie onvoldoende uitgerust om de camera-aangiftes te controleren. En de wet hindert de politie bij het filmen van betogers. Daarnaast wijst Vandenhove op de nood aan één centraal registratiepunt voor de duizenden camera's in ons land.


Vorige week raakte bekend dat het Brussels Gewest mogelijk het licht op groen zet om in de hoofdstad tegen 2012 650 bewakingscamera's te installeren. Nu zijn dat er zo'n 300. De wildgroei van camera's in het straatbeeld, bij bedrijven en in handelszaken is tijdens de voorbije paarse legislatuur beantwoord met een specifieke camerawet. Die is begin vorig jaar opgesteld in de Senaatscommissie Binnenlandse Zaken, toen voorgezeten door
Ludwig Vandenhove/> (sp.a). Sinds juni is de wet van kracht. Maar
Ludwig Vandenhove/>, vandaag oppositielid in de Kamer, doet nu een oproep om de wet grondig aan te passen. 'De wet is er gekomen na een grondig debat in het parlement. Het was een kwestie van geven en nemen en de wet blijkt nu onvoldoende sluitend. Het parlement hoeft zich daarvoor niet te schamen als je weet hoeveel wetten afkomstig van specialisten op ministeriële kabinetten moeten 'gerepareerd' worden', stelt Vandenhove.

'Het zou een slechte zaak zijn de hele wet ter discussie te stellen.' Daarom zal Vandenhove in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken een wetsvoorstel en een rits amendementen indienen. Ook minister van Binnenlandse Zaken, Patrick Dewael (Open VLD) blijkt gewonnen voor een bijsturing van de wet.

Misbruiken

Vandenhove wil dat de politie niet meer onder de camerawet valt. Zo zou de politie bij het filmen van betogers telkens de hele procedure voor camera's op openbare plaatsen moeten doorlopen. 'Het opzet van die wet was niet de politie te hinderen. Daarom stel ik voor het cameragebruik door de politie op te nemen in de wet op het politieambt.'

Daarnaast zit de lokale politie in de knoei met de veiligheidsanalyses die ze moet uitvoeren voor camera's worden geplaatst. Er is dringend nood aan een leidraad.

'Er is evenzeer nood aan een gecentraliseerd registratiepunt, zoals dat voor de alarmsystemen. Zodat iedereen snel kan opzoeken waar er camera's hangen.'

Vandenhove pleit ook voor een sensibiliseringscampagne die de bevolking en de bedrijven uitlegt hoe de camerawet werkt.

Ten slotte dringen zich nog heel wat technische correcties op. Dat kan leiden tot heel wat juridische twisten en opent achterpoortjes. 'Eén voorbeeld: een camera mag niet 'specifiek' gericht zijn op andere plaatsen dan de te bewaken plaats. Bijvoorbeeld een camera aan een ingang mag niet de openbare weg filmen. Maar wat moet je verstaan onder 'specifiek'. LB

Het Belang van Limburg, 29 januari 2008

Camerawet moet al aangepast 

BRUSSEL - De Belgische 'camerawet', die pas sinds juni vorig jaar van kracht is, moet al aangepast worden. De regeling, die een wettelijk kader wilde scheppen voor de duizenden bewakingscamera's die de voorbije jaren overal opdoken, blijkt op een aantal punten in de praktijk nauwelijks toepasbaar te zijn.

In september vorig jaar, toen de wet dus nog maar goed drie maanden van kracht was, had de vaste commissie voor de lokale politie al gewezen op een reeks praktische moeilijkheden.

De Truiense burgemeester
Ludwig Vandenhove/> (sp.a) was tijdens de vorige legislatuur voorzitter van de senaatscommissie Binnenlandse Zaken en n van de drijvende krachten achter de camerawet, die overigens een parlementair initiatief was. Sinds de verkiezingen van juni vorig jaar zit Vandenhove in de Kamer. Hij gaat daar wetsvoorstellen indienen met een reeks vooral technische aanpassingen van de camerawet.

Het belangrijkste probleem met de camerawet is dat het gebruik van camera's door de politie zelf in het kader van de openbare ordehandhaving er ook onder valt. Als de politie dus een betoging met camera's wil registreren, moet ze de hele procedure voor de camerabewaking op openbare plaatsen doorlopen. Dat was uiteraard niet de bedoeling van de camerawet, die alleen de wildgroei van bewakingscamera's onder controle wilde brengen. Vandenhove wil dan ook het gebruik van camera's door de politie expliciet inschrijven in de wet op het politieambt.

Voorts is het de bedoeling een aantal 'onuitvoerbaarheden' te corrigeren. Zo moet in bepaalde gevallen de korpschef van de lokale politie vr de plaatsing van een bewakingcamera de camerahoek gaan controleren en tevens in een doelmatigheidsanalyse oordelen of de geplande camera technisch de beste oplossing is. Niet alle korpschefs hebben daar verstand van en daarom zal er ten minste een leidraad moeten komen.

Daarnaast moet volgens de letter van de huidige camerawet elk gemeentebestuur op het traject van de autobussen van De Lijn een advies geven vooraleer er bewakingscamera's op de bussen kunnen worden geplaatst, een vereiste die praktisch nauwelijks uitvoerbaar is en bovendien totaal geen zin heeft.

Tot slot is in de zeven maanden dat de wet van kracht is gebleken dat een centraal registratiepunt voor bewakingscamera's noodzakelijk is.
Ludwig Vandenhove/> gaat in de kamercommissie Binnenlandse Zaken een reeks concrete voorstellen tot wijziging van de wet indienen, en hoopt dat net zoals bij de goedkeuring van de camerawet zelf alle democratische partijen daar achter zullen staan.

Luc STANDAERT

 

 

 

 

 

 

Tags: