Dat zei  gemeenteraadslid Ludwig Vandenhove naar aanleiding van het actieplan en politiereglement voor kansspelinrichtingen dat de CD&V - Open Vld-meerderheid wou laten goedkeuren op de gemeenteraad van maandag 23 juni 2014.
Op zijn suggestie is het punt uitgesteld.

“Voor klasse I (casino’s)- en klasse II (speelautomatenhallen)-uitbatingen moet de overheid een heel strikt kader uittekenen, zodat de kans op gokverslavingen zo klein mogelijk is.
De federale wetgeving is daarin al heel strikt, maar het kan geen kwaad dat een gemeente nog bijkomende voorwaarden oplegt. In mijn periode als burgemeester van Sint-Truiden was dat ook al zo.
Voor de uitbating van een speelautomatenhal in de Diesterstraat, werd indertijd een convenant – tussen het stadsbestuur en de uitbater – afgesloten waarbij de uitbater een jaarlijks bedrag van 5.000,00 EUR betaalde dat gebruikt werd voor allerhande preventie maatregelen zoals studiedagen, folders, …

Voor de klasse III (kansspel in drankgelegenheden) en klasse IV (wedkantoren en kansspelen bij dagbladhandelaars) is het voorgesteld administratief onderzoek echter veel te zwaar.
Natuurlijk moet gokverslaving algemeen aangepakt worden, maar een onderzoek ‘naar de aspecten verkeer en mobiliteit, welzijn, jeugddienst, openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) en Centrum voor Alcohol- en Drugverslaving (CAD) is voor deze klasse III en IV administratief veel te zwaar.
Wie gaat al die onderzoeken doen?
Hoe zal dit opgevolgd worden? Trouwens, regels opleggen heeft maar zin als ze effectief gecontroleerd kunnen worden.

Mijn voorstel is dat het college van burgemeester en schepenen alle betrokken cafés en dagbladhandelaars uitnodigt om na te gaan hoe eventuele verslavingsfenomenen aangepakt kunnen worden.
Dit kan best via overleg en via een aantal sensibiliserende en preventieve acties, niet door administratieve rompslomp.

Samengevat: niet met een kanon op een mug schieten!”  

Zie ook Brief aan Sint-Truidense handelaars van 03-09-2013 op deze website.