De overheid - de politiek - kan niet alles oplossen

“De overheid, lees de politiek, kan niet alles oplossen”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
“Burgers moeten dat begrijpen en zelf (een zekere) verantwoordelijkheid aan de dag leggen.
Hoe dikwijls heb ik dat al niet gezegd en geschreven?

Dat geldt voor heel wat beleidsdomeinen, maar zeker voor het verkeer.
De overheid kan, neen moet, regels opleggen en deze zoveel mogelijk proberen te handhaven, maar de weggebruikers moeten voor alles onderling voldoende respect voor elkaar opbrengen en zich hoffelijk gedragen.

Nemen we nu het gebruik van een aantal nieuwe vervoersmiddelen, zoals elektronische steps (e-steps) of speedpedelecs.
Zelf heb ik al een aantal onveilige situaties gezien, waarbij deze voertuigen een veel te hoge snelheid ontwikkelen of, zeker voor e-steps, de stoep gebruiken. Of nemen we het dodelijk ongeval van een fietser op een jaagpad langs het Albertkanaal in Oelegem, deelgemeente van Ranst, waarbij hij was ingehaald door een jagend peloton wielertoeristen. (1)
Eén van de wielrenners heeft het stuur geraakt van de fietser, die ten val kwam.
Op zo een jaagpad mag maximaal 30 kilometer per uur gereden worden. Wielertoeristen zoeken echter die jaagpaden op om verkeersconflicten te vermijden, maar dat doen ook andere weggebruikers, zoals wandelaars, vissers en echte recreatieve fietsers. Zulke situatie van wielertoeristen, die (te) hard rijden, kunnen we ook vaak zien op het fietsroutenetwerk, op landbouwwegen, wegen met plaatselijk verkeer of ‘wegen voorbehouden voor …’.
Geen probleem dat ze daar rijden, maar dat zou aan een normaal tempo moeten gebeuren met aandacht voor de andere weggebruikers.

In vijf jaar tijd vertienvoudigde het aantal gebruikers van speedpedelecs, maar er gebeuren twintig keer zoveel ongevallen. (2)

De reactie van de burger is gewoonlijk “de politie moet maar controleren en verbaliseren”. Maar dat is natuurlijk onbegonnen werk, de politie kan niet overal zijn.
De politiek moet dat de bevolking niet wijsmaken.
Als er iemand betrapt wordt met zulk onverantwoord rijgedrag, moet er weliswaar hard opgetreden worden (bijvoorbeeld zware boete en een (totaal) rijverbod, al dan niet voor een bepaalde periode).

Preventie en sensibilisering moeten er zijn en blijven, maar inmiddels moeten we eveneens op dat vlak realistisch zijn: ook dat heeft niet altijd het gewenste effect.

Er zijn de voorstellen voor bredere fietspaden of zelfs dat de openbare ruimte zo zou moeten aangepast worden dat er een apart rijvlak is voor elke groep van weggebruikers.
Dit is uiteraard zeker irrealistisch en onbetaalbaar.
Op heel wat plaatsen is er in het dichtbebouwde Vlaanderen nauwelijks plaats voor een voet- en /of fietspad langs de rijweg, laat staan voor nog een aparte locatie voor andere, modernere vervoersmiddelen. En dan spreken we nog niet over het gebrek aan bereidheid van de gemiddelde Vlaming om grond af te staan en/of om zich te laten onteigenen voor dat soort ingrepen.

Enkel hoffelijkheid en het onderling aanpassen aan elkaar door de diverse weggebruikers kan hier een oplossing bieden. Kortom, een grondige mentaliteitswijziging. (3)
Ik ben ervan overtuigd dat de meerderheid van de verschillende deelnemers aan het verkeer de openbare ruimte veilig willen delen.
Dat maakt dat we vooral de moeilijkst te overtuigen groep - een minderheid - zullen moeten bijbrengen gezond verstand en wederzijds respect op te brengen.
”