“Enkele weken geleden heb ik een overzicht gepresenteerd van de talrijke aanbevelingen die het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (het zogeheten comité P) jaarlijks doet en waarmee weinig of geen rekening mee gehouden wordt door de bevoegde ministers.”, zegt burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Eén van die aanbevelingen waar het comité P al jaren de aandacht op vestigt, zijn de problemen, die de politionele bijstand aan gerechtsdeurwaarders oplevert.
Deze bijstand schept een conflict tussen enerzijds respect voor de deontologische code vanwege de gerechtdeurwaarders en anderzijds het respect voor de eigen deontologische code vanwege de bijstandsverlenende politieambtenaar.
De gerechtdeurwaarder is er, volgens het desbetreffende Koninklijk Besluit van 30 november 1976, toe gehouden de optredende politieambtenaar daarvoor te betalen, terwijl de deontologie van de politieambtenaar, evenals de wet op de geïntegreerde politie van 7 december 1998, de aanvaarding van dergelijke vergoeding verbiedt.

In de meeste gevallen wordt dit geld door de gerechtsdeurwaarders aan de betrokken politievrouw/-man zelf uitbetaald, terwijl dit in feite toekomt aan de desbetreffende lokale politiezone.

"Ik wil hier nu een einde aan stellen. Dit is dan ook de reden waarom ik een wetsvoorstel heb ingediend, waarbij de gerechtsdeurwaarders verplicht worden om deze vergoeding te betalen aan de lokale politiezones en niet meer langer aan de politiemensen zelf. Ik wil tevens dat dit bedrag regelmatig aangepast en/of geïndexeerd wordt. Het kan immers niet zo zijn dat politiemensen ‘goedkoop’ ingezet worden voor taken waarvoor gerechtsdeurwaarders serieus betaald worden."

Over dit onderwerp was er ook een reportage in het TVL-nieuws van donderdag 11 maart 2010 en verscheen er diezelfde dag een artikel op limburgactueel.be.

Zie ook de tekst ‘Meer aandacht voor de aanbevelingen van het Comité P!’ van 22 februari 2010 op deze website.