Klimaatcijfers Limburg: in goede richting, maar opletten!

Dat blijkt alleszins uit de meest recente en meest volledige cijfers, die bekendgemaakt zijn tijdens de Limburgse klimaattop op dinsdag 9 februari 2021.

Buiten de luchtvaart zit alles erin (ook het openbaar vervoer (bussen en spoor), de binnenvaart en de bedrijven, die onder het (European Emissions Trading System/Europees emissiehandelssysteem)EU- ETS-systeem vallen).
Het nadeel is dat ze al dateren van 2017.

Eerst de cijfers. (1) (2)
De totale CO2-uitstoot in Limburg is met 23% gedaald tussen 2008 en 2017.
Het grootste gedeelte van die uitstoot (97%) is gelinkt aan energieverbruik in de meest brede betekenis van het woord.
Om en bij de 8% is afkomstig van lach- en methaangas van de veeteelt.
Positief is de vergroening van de elektriciteitsproductie. Zo staat Limburg aan de kop in Vlaanderen qua aantal zonnepanelen en windmolens. Maar ten opzichte van 2017 is er zeker de laatste jaren een vertraging in de aangroei van windmolens en -parken.
Opletten: de grootste winst is er in 2017 gekomen na de sluiting van de steenkoolcentrale in Langerlo (Genk).

Mijn beschouwingen.
-Concrete streefdata vooropstellen, is de enige optie. Maar onze klimaatinspanningen zullen permanent moeten zijn.
Het gaat over een andere manier van leven
-Het blijft een probleem dat er verschillende cijfers circuleren, die niet altijd vergelijkbaar zijn.
Waarom tekent Vlaanderen geen algemeen en zo volledig mogelijk kader uit en laat ze het concreet inventariseren niet over aan de provincies? De provincies hebben op dat vlak al heel wat kennis en ervaring verzameld. Bovendien coördineren zij de Burgemeestersconvenanten en staan zij dicht bij de gemeenten.
-Cijfers met bijna 5 jaar ‘achterstand’ publiceren, zijn niet echt motiverend voor personen en organisaties om hun gedrag aan te passen.
Hetzelfde geldt voor mogelijke bijsturingen.
Stel u voor: ik was nog Limburgs gedeputeerde voor Leefmilieu en Natuur in 2017.
-Wat alternatieve energiebronnen betreft, zoals windturbines, zouden de diverse overheden veel meer sturend moeten optreden.
Voor mij kadert dat binnen de algemene vaststelling dat de overheid de energiemarkt veel teveel uit handen gegeven heeft.
-Op provinciaal niveau werken, heeft het voordeel dat de doelstellingen veel concreter kunnen gemaakt worden per deelsector en zelfs per gemeente. Dat maakt de opvolging en de vergelijking veel gemakkelijker (bijvoorbeeld die gemeente doet het goed of minder goed in die sector), onder andere qua Burgemeestersconvenant.
-Het feit dat het energieverbruik daalt voor het openbaar vervoer met 17%, “deels omdat er minder kilometers gereden zijn” (2) en dat van het autoverkeer met 10%  toeneemt, is een beangstigende vaststelling voor de toekomstige cijfers.
Het zou net goed zijn dat het openbaar vervoer zou toenemen en het autoverbruik zou afnemen. Maar met de besparingen van De Lijn en het recente Vervoerplan ziet dat er niet al te goed uit.
-De stijging in de landbouw met 7% is frappant.
Als we de recente cijfers zien van stikstofuitstoot op Vlaams niveau, ziet dat er niet al te goed uit voor de toekomst.
Hoelang gaat het nog duren vooraleer de landbouw zich gaat aanpassen?
Akkoord dat de consument hier een verantwoordelijkheid heeft en dat de landbouwsector vergoedingen zal moeten krijgen om hun teelten aan te passen en/of af te bouwen. Maar er zal eens moeten mee begonnen worden en de tijd dringt.
 

 

Conclusie
Dit Limburgse klimaatrapport geeft weliswaar een evolutie van 2008 tot en met 2017 weer, maar is vooral een momentopname in 2017.
Er zullen nog flinke bijsturingen nodig zijn om de CO2-reductie van 30% te halen tegen 2020 en de halvering tegen 2030.