LIKONA jaarboek 2013 gepubliceerd

Het LIKONA jaarboek 2013 is recent gepubliceerd.

Hieronder vindt u het voorwoord van gedeputeerde Ludwig Vandenhove en de perstekst.

PERSBERICHT
LIKONA jaarboek 2013 gepubliceerd

Naar jaarlijkse gewoonte publiceert het provinciebestuur het jaarboek van de Limburgse Koepel voor Natuurstudie (LIKONA).
In de huidige uitgave zijn zes  uitgebreide artikels opgenomen die de Limburgse natuur van Lommel tot Voeren onder de aandacht brengt.

Bevoegd gedeputeerde Ludwig Vandenhove: “Dit jaarboek, samen met de jaarlijkse LIKONA-dag, bewijzen dat het vrijwilligerswerk en de deskundigheid en wetenschappelijkheid qua natuur in Limburg hand in hand gaan en springlevend zijn. Zo is Ecotron+ in Maasmechelen voor wetenschappers wat het Limburgs Veldstudiecentrum (LIVEC) voor de vele vrijwilligers is, onder andere in het kader van LIKONA.”

Eerste natuurprojectovereenkomst in Vlaanderen: ecologisch herstel van het Heuvelsven (Dilsen-Stokkem)

Jo Packet, Gerald Louette, Piet De Becker, Lise Hendrick, Lily Gora, Leo Jacobs, An Leyssen & Luc Denys

Het Heuvelsven in Lanklaar is niet alleen bekend als recreactievijver maar ook als groeiplaats van zeer zeldzame waterplanten. De omgevingscondities waren de laatste decennia allesbehalve optimaal. Waterlobelia, een kenmerkende soort voor dit habitattype, verdween geheel. Om hieraan te verhelpen, werden weloverwogen herstelmaatregelen uitgevoerd. Dit kon dankzij een natuurprojectovereenkomst, een overeenkomst tussen de overheid en particulieren om de natuurdoelen uit het natuurrichtplan ‘Hoge Kempen’ te behalen. In de zomer van 2011 werd het ven droog gelegd en de aanwezige vissen verhuisde naar een andere vijver. De oeverzones werden op een meer natuurlijke wijze ingericht en de mogelijkheid werd voorzien om het waterpeil te regelen.  Hierna kon het ven zich op natuurlijke wijze opnieuw vullen met regen- en lokaal grondwater. De resultaten bleven niet uit: in 2012 kiemden waterlobelia en drijvende waterweegbree op grote schaal.  Deze planten zijn in Vlaanderen beperkt tot een 3-tal groeiplaatsen!

Een typische Kempenaar in nood
Roy Hendrix

De merkwaardige ecologie van de Kempense heidelibel vormt een uitdaging voor natuurbeheerders. In het verleden werd de soort  vaak over het hoofd gezien omdat men het vijverbeheer toespitste op meer bekende soorten zoals de boomkikker en de roerdomp. Maar nu is het vijf voor twaalf. Er is dringend actie nodig omdat deze soort in heel Europa achteruit gaat. In Limburg gaat het over slechts een paar honderd exemplaren verdeeld over een tweetal gebieden.
Uit de resultaten van de veldstudie blijkt dat in de winter droogvallende vijvers een grotere soortenrijkdom kenden dan visbevattende vijvers en/of vijvers in nulbeheer. Op de droogvallende vijvers kwam ook meermaals de Kempense heidelibel voor. Het éénjarig onderzoek was echter te kort en te weinig variabelen werden op dit ene jaar gemeten om met zekerheid de samenhang tussen deze soort en het beheer volgens droogvallende vijvers te kunnen linken. De conclusies dienen dan ook als voorlopig beschouwd te worden.

Onderzoek naar de voedselbeschikbaarheid voor nachtzwaluwen
Ruben Evens   

Het aanbod van voedsel tussen verschillende biotopen is een sterke drijfveer achter het ruimtegebruik van dieren.
Ook de nachtzwaluw gaat ’s avonds en ’s nachts op pad waar de meeste vlinders en kevers te vinden zijn.
Op terrein werden hiervoor op een 8-tal plaatsen lichtvallen geplaatst om de plaatselijke insectenfauna in kaart te brengen en te tellen. 

In dit artikel werden enkele resultaten en opvallende waarnemingen met betrekking op nachtvlinders besproken. Dit aangezien de analyses en determinatie van overige invertebratengroepen nog lopende zijn. 
Vast staat dat valleigebieden een belangrijke bron van voedsel zijn voor de nachtzwaluw, en dat ook deze gebieden in acht moeten genomen worden bij het beschermen van nachtzwaluwpopulaties. Het herstel van structuurrijke heide- en duingebieden is belangrijk voor de creatie van geschikte broed- en slaapplaatsen. Het beheer en de consolidering van valleigebieden is van essentieel belang voor het ter beschikking stellen van geschikte foerageergebieden voor deze mysterieuze vogelsoort. Daarbuiten zijn er verschillende zeldzame soorten nachtvlinders gevonden zoals de maansnuituil en de schijn-nonvlinder.      

De Vroedmeesterpad –welke weg slaat deze pad in?
Iwan Lewylle

De vroedmeesterpad doet het in Nederland redelijk: in de periode 2001-2011 bleef de populatie er vrijwel stabiel. Maar in Vlaanderen klinkt dan weer een ander verhaal. Zowel in Limburg als Vlaams-Brabant lijkt de soort op een aantal vindplaatsen in aantal af te nemen. Vooral in Voeren werd recent een sterke afname vastgesteld. Voeren was nochtans een ‘hot spot’ voor deze soort. Een grondige inventarisatie in 2009 gaf erg verontrustende resultaten: op drie locaties werden alles samen slechts zes roepende mannetjes vastgesteld, en op slechts twee locatie werd ook voortplanting aangetoond. In Vlaams-Brabant en elders in Limburg tekent zich eenzelfde verhaal af. Gelukkig bleef men niet bij de pakken zitten. Dit artikel geeft een overzicht van alle soortbeschermingacties die in de periode 2008-2013 in Limburg werden opgezet en de eerste resultaten. 

Is er nog plaats voor weidevogels in onze provincie?
Jan Gabriëls

De naam weidevogels is gegeven aan een aantal vogels die in wei en graslanden zijn gaan broeden zoals kievit, grutto, scholekster, wulp, watersnip en tureluur. Ze hebben vanuit hun natuurlijk biotopen in de jaren 1970 onze agrarische cultuurgraslanden gekoloniseerd. 

40 jaar later is de toestand van de weidevogelgebieden en het aantal broedparen wel sterk veranderd. In 1981 werden vier weidevogelgebieden in Limburg beschreven. De weidevogels verdwenen uit de Buitenheide te Achel en de Vallei van de Zwarte Beek,  en verminderden in  aantal in Veldhoven - Bocholt en op de Sint - Martensheide te Bree. Ze vestigden zich in andere gebieden waaronder het Schulensbroek en vooral in het landbouwlandschap ten noorden van het Schietterrein van de Luchtmacht te Helchteren - Peer - Meeuwen.

Dit gebied groeide uit tot het topgebied voor weidevogels in de provincie Limburg. Hier is meer dan 60 % van de gruttopopulatie gehuisvest en komen ook de andere steltlopers, behalve de watersnip, nog talrijk voor. Het hele gebied ligt evenwel volledig in landbouwareaal, geniet geen enkele bescherming ondanks vele inspanningen in het verleden om hier een gruttoreservaat op te richten. Het is een vrij open landbouwgebied met weinig bomen en struiken, ideaal voor steltlopers.

Vondst van een grote kraamkolonie van 85 Bechsteins vleermuizen (Myotis bechsteinii) in de Nietelbroeken (Diepenbeek)
Daan  Dekeukeleire & René Janssen

De Bechsteins vleermuis is één van de zeldzaamste vleermuizen in Vlaanderen. De soort is een uitgesproken bos-specialist, en wordt beschouwd als een indicatorsoort voor oude, structuurrijke loofbossen. Tot voor kort was er echter amper iets geweten over de verspreiding of de populatiegrootte van de Bechsteins vleermuis in Vlaanderen. Jaarlijks werden in de winter kleine aantallen in de mergelgroeves in het zuidoosten van Limburg geteld, maar waar de zomerkolonies zich bevonden was niet geweten. Daar is nu verandering in gekomen. In 2011 werd tijdens een groot veldonderzoek gesteund door de provincie Limburg, Bechsteins vleermuizen gevangen in oude bossen en aan mergelgroeves. Vrouwtjes werden gezenderd en gevolgd naar hun kolonieplaats. Op die manier konden  10 kolonies gevonden worden. Eén van de bosgebieden waar een kolonie gevonden werd was de Nietelbroeken. In augustus 2013 werd de verblijfplaats van deze vleermuis gevonden in een Amerikaanse eik in een gemengd perceel. De boom had een diameter van ca. 60 cm en er bevond zich een oud spechtengat op ca. 5m hoogte . Tijdens de avond van 22 augustus werden er 85 uitvliegende Bechsteins vleermuizen geteld. De kolonie in de Nietelbroeken is de grootste gekende kolonie in de Benelux, en behoort tot de grootste gekende kolonies van de soort in West-Europa

En verder…

Daarbuiten bevat het 23ste LIKONA-jaarboek een literatuuroverzicht  met verschillende nieuwe meldingen van soorten uit Limburg van exotische planten, vissen, spinnen en  vlinders.

Veel aandacht gaat in het becommentarieerde literatuuroverzicht ook naar de vertaling van veldwaarnemingen naar beschermingsvoorstellen en acties voor soorten als de gladde slang, de lentevuurspin of de hazelmuis maar ook onze verkeersslachtoffers of straatkolken als valkuilen komen aan bod.

Van elke LIKONA-werkgroep is er een jaarverslag opgenomen waarin de  resultaten van de werking van het afgelopen jaar worden voorgesteld. Een schat aan informatie voor iedereen die met de Limburgse natuur begaan is.

Het jaarboek (70p.) is op een prachtige manier vormgegeven met talrijke mooie kleurenfoto's en duidelijke, overzichtelijke schema's en tabellen.

Bestellen
De kostprijs is 10 euro. Je kan het jaarboek afhalen of aanvragen bij het Provinciaal Natuurcentrum te Craenevenne Genk. Na het betalen van de factuur krijg je het boek toegestuurd.

Een aantal oudere jaarboeken zijn nog in voorraad, interessant voor wie zijn/haar reeks wil vervolledigen.

LIKONA-secretariaat
Provinciaal Natuurcentrum
Craenevenne 86, 3600 Genk
tel. 011 26 54 62
e-mail: likona@limburg.be

 

Zie ook Jaarboek 2012 Limburgse Koepel voor Natuurstudie (LIKONA) is er van 05-09-2013 op deze website.