Maatwerk

Op donderdag 23 september 2021 was er een hoorzitting over maatwerk bij individuele inschakeling in de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie van het Vlaams parlement.
Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove was aanwezig namens VOORUIT.

Als bestuurder van De Springplank vzw ben ik nog al geïnteresseerd in de sociale economie”, zegt Ludwig Vandenhove.

De Vlaamse regering wil via een nieuw decreet een beleidskader uitwerken voor de tewerkstelling en ondersteuning van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, met een verlies aan productiviteit of met nood aan ondersteuning bij in eerste instantie reguliere werkgevers. Dus het gaat over individueel maatwerk en bij private bedrijven met de bedoeling een link te leggen tussen maatwerk en de reguliere arbeidsmarkt.
De doelgroep betreft alle personen, die in aanmerking komen voor werk in de sociale economie met een steunintensiteit van 20% tot 75%, dus heel breed.
De ondersteuning bestaat uit een loonpremie (voor rendementsverlies of aanpassingen aan de werkplek) en een begeleidingspremie (om begeleiding in te kopen voor de werknemer).
De hoogte van de loonpremie neemt af met de duur van de tewerkstelling en wordt bepaald op basis van de indicering, de inschatting van de afstand van de arbeidsmarkt van de werknemer, de zogeheten steunintensiteit.
De werkgever kan een aanvraag voor verhoging van de loonpremie indienen.

Er waren sprekers van diverse instanties aanwezig tijdens de hoorzitting: de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Groep Maatwerk, de Koepel Lokale Diensten Economie (LDE) en HERWIN (het collectief van sociale circulaire ondernemers).

Ludwig Vandenhove deed een tussenkomst en stelde een aantal vragen.

Er is nog heel wat onduidelijkheid rond deze nieuwe regeling, er moet nog heel wat concreet uitgewerkt worden.
Vooral de praktische uitvoeringsbesluiten zullen van groot belang zijn, zoals bleek uit de toelichting van de diverse sprekers”, zegt Ludwig Vandenhove.

Een hogere tewerkstellingsgraad en het opnieuw aan het werk krijgen van langdurig zieken is een goed beleidsvoornemen, maar voor sommige politieke partijen en politici is het bijna een fetisj geworden.
Ik pleit voor realisme en realistische doelstellingen als we kijken naar de doorstromingscijfers vanuit de sociale economie naar de reguliere arbeidsmarkt.

In hoeverre geloven de organisaties in het werkveld dat dit nieuwe decreet kan bijdragen aan een hogere tewerkstellingsgraad?
Wordt er andermaal niet overdreven naar de verwachtingen gekeken?

Er is de mogelijkheid om over te stappen naar collectief of individueel maatwerk: welke drempels ziet het werkveld daar?
Zullen de organisaties hun activiteiten kunnen verderzetten binnen dit nieuwe kader?
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze maatschappelijk waardevolle initiatieven niet verloren raken?
Zijn de voorstellen werkbaar?

Wat zijn de bekommernissen omtrent de indicering van de doelgroep medewerkers?
Kunnen deze te hoog of te laag uitvallen om de werking te kunnen voortzetten en kan de Vlaamse regering hier een oplossing voor bieden?
Is er voldoende contingent binnen collectief maatwerk?

Welke problemen zijn er eventueel met de financiering-loon en begeleiding- bij het Individueel Maat Werk (IMW) als de LDE-activiteiten verdergezet willen worden?
Hoe kan de Vlaamse regering hier een oplossing voor bieden?
Zijn er al concrete prognoses gemaakt voor bepaalde organisaties en/of gemeenten/steden?
De VVSG spreekt over de noodzaak voor een “duurzaam en budgetneutraal alternatief voor LDE”. Dus vanuit de lokale besturen is er niet onmiddellijk bereidheid om de eventuele terugval van de financiering dicht te rijden als er overgestapt wordt op IMW.

Om een degelijke financiële steun voor doelgroep medewerkers te verzekeren, zou er periodiek gevraagd moeten worden naar het her evalueren van alle werknemers om degressiviteit tegen te gaan.
Is dit haalbaar?
Hoe kan de Vlaamse regering hierin faciliteren?
Hoe kan voorkomen dat het einde verhaal is voor de activiteiten, die nu binnen LDE uitgevoerd worden?

Organisaties zullen kunnen externe begeleiding inkopen.
Is dit weer geen vorm van private organisaties, die gaan lopen met overheidssubsidies?
Wat zullen de normen zijn voor organisaties, die begeleiding aanbieden? Kan dat even kwalitatief georganiseerd worden als binnen collectief maatwerk of LDE?
Wat kan de rol van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) hierin zijn? Krijgt de VDAB er weer geen taak bij zonder dat er financiële middelen tegenover staan, zoals zo vaak?

Er wordt gesuggereerd dat IMW ook mogelijk moet zijn bij uitzendarbeid.
Als VOORUIT zijn wij daar niet voor.
Kan begeleiding binnen de context van individueel maatwerk correct georganiseerd worden bij uitzendwerk?
Wat zijn de risico’s op misbruik?

Hoe kan de sociale economie en de hervorming daarvan een antwoord bieden op de uitdaging om specifiek die doelgroep hun recht op werk in te vullen?
Wordt niet te zeer de nadruk gelegd op ‘iedereen moet aan het werk’ en wordt er niet teveel vergeten dat de doelgroep van de sociale economie op de eerste plaats ook nuttig en zinvol moet beziggehouden worden?”