Mathias Diependaele: foei!

“Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed bakt er niets van, al zeker niet van zijn bevoegdheid Wonen”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Zijn laatste voorstel om 500 miljoen euro over te hevelen van de sociale woningbouw naar de private huurmarkt is ronduit schandalig. Nochtans zijn de wachtlijsten voor sociale en betaalbare woningen nog nooit zo hoog geweest.

Mathias Diependaele is verantwoordelijk voor (sociale) woningbouw.
Als hij zegt dat de sociale woningmaatschappijen ‘hun geld niet op krijgen’, omdat de procedures te zwaar zijn, moet hij zorgen voor soepelere regels.
Hij en niemand anders!

Het is minister Mathias Diependaele, die heel het terrein van de sociale woningbouw door elkaar gegooid heeft met de maatschappijen te verplichten te fusioneren.
Vanaf 2023 mag er nog maar één sociale woningmaatschappij per gemeente zijn. Bijgevolg aandacht voor de structuren en de regels, niet voor de mensen, niet voor meer woningen en het verkleinen van de wachtlijsten. (1)

De minister zegt dat heel wat gemeentebesturen omwille van diverse redenen geen sociale woningen meer willen op hun grondgebied.
Een interessante oefening is om eens na te gaan over welke gemeentebesturen dat gaat.
Wedden dat het er heel wat zijn waar de N-VA mee aan het stuur zit. Zoals bij ons in Sint-Truiden: functies opnemen in de sociale bouwmaatschappij CV Nieuw Sint-Truiden, niet om meer sociale woningen te bouwen, wel om dat tegen te houden.
Waarom de gemeenten niet verplichten om het zogeheten Bindend Sociaal Objectief (BSO) te behalen?
Het zou automatisch leiden tot meer betaalbare woningen. Het recht op wonen is immers een basisrecht.

Sociale woningmaatschappijen kunnen op dit moment ook al samenwerken met de privésector. Maar wat stellen wij vast?
De private sector toont weinig interesse, omdat ze er te weinig kunnen aan verdienen. (2)

En dan zijn er de huurpremies en de huursubsidies, waar de minister te weinig op inzet. In de voorlopige stand van zaken van de uitvoering van de begroting 2021 blijkt bijvoorbeeld dat de uitgaven 20% lager liggen dan verwacht.
Waarom wordt dat geld niet beter gebruikt voor bijkomende, specifieke maatregelen?
Waarom geen initiatieven nemen naar de immobiliënkantoren toe?

En de renovatiepremies? Die liggen voor de begroting 2021 ongeveer 35% lager dan verwacht.
Het huidig premiestelsel slaagt er niet in de bevolking voldoende aan het renoveren te zetten.
Zoals het Rekenhof en ook wij als VOORUIT stellen, worden deze premies vooral gebruikt door personen en gezinnen, die sowieso al gingen renoveren. (3)

Kortom, minister Mathias Diependaele is gebuisd over de hele lijn!”