Meer democratische controle op de (federale) politie!

“Er moet meer democratische controle komen, zeker op de federale politie. Ook moeten er nog een aantal andere beleidsconclusies getrokken worden uit de recente gebeurtenissen rond een aantal hoge politiemensen. Bovendien moeten één of meerdere hoge politieambtenaren en/of de minister van Binnenlandse Zaken hun persoonlijke conclusie(s) trekken.”, aldus burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove in een vrije tribune in ‘De Morgen’ van zaterdag 25 oktober 2008.
“De burger, maar ook de ‘gewone’ politievrouw/-man, die elke dag ten dienste van de bevolking staat, verwacht dit."

 

 

 

 

 

 

Hieronder vindt u integraal de bijdrage.

 

 

 

Iemand moet opstappen: ofwel Koekelberg, ofwel Dewael 

 

Ludwig Vandenhove zegt dat er nood is aan meer democratische controle op de politie

 

Opinie:Ludwig Vandenhove is
burgemeester in Sint-Truiden en sp.a-volksvertegenwoordiger.

 

 

Brussels
burgemeester Freddy Thielemans besliste eind deze week om geen maatregelen te nemen tegen politiechef Van Wymersch, die zijn eigen evaluatierapport had bijgestuurd. Ludwig Vandenhove heeft langzaam genoeg van het gesjoemel bij de federale politiechef en vraagt harde maatregelen.

 

Ons kent ons. Dat lijkt wel de sfeer bij de federale politie na alle onthullingen in de pers.  De rode draad: gesjoemel. De ene etterbuil na de andere is opengebarsten. De betwistbare bevorderingen van secretaressen, waarop de verantwoordelijke topman van de federale politie, Fernand Koekelberg, nauwelijks wordt aangesproken door de voogdijministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Gesjoemel met examens om een kabinetsmedewerker van minister Patrick Dewael aan een lucratieve post binnen de federale politie te helpen, waarop de minister zich als een Pontius Pilatus gedraagt door de schuld af te schuiven op zijn kabinetsmedewerkers. En afgelopen week als klap op de vuurpijl het nieuws (eens te meer via de kranten) dat Guido Van Wymersch, de korpschef van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene, zijn beoordelingsrapport, bestemd voor de selectiecommissie die over zijn benoeming moest gaan, zou hebben laten aanpassen. Daarenboven blijkt nu dat een aantal van deze dames en heren elkaar regelmatig ontmoetten binnen het Administratief-Technisch Secretariaat (SAT) bij de FOD Binnenlandse Zaken. De opdracht van SAT: de minister adviseren over zowat alles en nog wat dat reilt en zeilt binnen de politiediensten! Dus wel erg dicht bij Patrick Dewael.

 

Niet echt te verwonderen dus dat talloze personenkwesties en persoonlijke dossiers komen bovendrijven, waarbij gesjoemel, postjesstreverij en persoonlijk voordeel op de eerste plaats komen, boven een correcte en gedegen werking van wat toch een openbare dienstverlening is of zou moeten zijn.

 

Daarenboven werpt het een smet op de duizenden politiemensen die dagelijks hun job op een gedreven en integere manier uitoefenen. Het vertrouwen in de politiediensten wordt gefnuikt door de rotte appels in de mand van de federale politie, zoals ten andere aangetoond door diverse rapporten van het comité P. Uitmesten is de boodschap!
Verontrustend is dan ook de laksheid waarmee op dergelijke wantoestanden gereageerd wordt: zowel door de dienstverantwoordelijken als door de politiek verantwoordelijken. Hiermee wordt het fundament van onze democratische instellingen geraakt.
Ik heb het al gezegd naar aanleiding van de 'zaak-Koekelberg' en ik blijf dit nu zeker herhalen: het is aan de minister van Binnenlandse Zaken om ofwel nu de nodige beslissingen te nemen nopens een aantal personeelsleden, zoals Fernand Koekelberg, ofwel de eer aan zichzelf te houden als hij ook maar enig besef en benul wil houden van een normale democratische werking, waarin ook ministers geacht worden hun verantwoordelijkheid op te nemen.
Iemand moet opstappen: ofwel Fernand Koekelberg, ofwel Patrick Dewael!
En de minister moet zich niet blijven verschuilen achter het excuus eventuele procedurefouten te maken: alle wettelijke instrumenten zijn voorhanden.
Hetzelfde geldt ten andere voor de topmensen binnen de federale politie, al maak ik me ook wat dat betreft weinig begoochelingen.
En er is duidelijk meer aan de hand. Er lijkt immers een nieuwe politieoorlog te woeden, ditmaal blijkbaar tussen het comité P enerzijds en de algemene inspectie inzake de controle op de politiediensten anderzijds. Eens te meer is er concurrentiestrijd, wil de ene dienst de andere de loef afsteken en gunt de ene de andere het licht niet in de ogen.
Wat nu gebeurt, sterkt mij alvast in de overtuiging dat er nood is aan een betere en sterkere democratische controle op de federale politie, in navolging ten andere van het toezicht op de lokale politie. Als
burgemeester kan ik immers alleen maar stellen dat gelijkaardige wantoestanden nauwelijks bestaan binnen de lokale politiezones en alleszins veel kordater aangepakt worden.

Om al die redenen vind ik het mijn democratische plicht om minister Patrick Dewael zoals deze week telkens opnieuw op de huid te zitten. Meer democratische controle op de politiediensten, bij voorkeur door een onafhankelijk orgaan (zoals het Comité P dat onder de verantwoordelijkheid van het parlement valt), en snellere procedures om wantoestanden doeltreffend aan te pakken, zijn een absolute noodzaak.
Ik ben bereid dit debat aan te gaan in het parlement. Minister Patrick Dewael ook?
Het vertrouwen in de politiediensten wordt gefnuikt door de rotte appels in de mand van de federale politie, zoals aangetoond door diverse rapporten van het comité P. Uitmesten is de boodschap

 

 

 

Zie ook de tussenkomst van burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove in de commissie voor Binnenlandse Zaken van 21 oktober 2008 op www.dekamer.be.