Streng aanpakken van inbreuken op behoud hoogstamboomgaarden

“Personen of organisaties, die ‘een aanslag’ plegen op hoogstamboomgaarden, kunnen niet streng genoeg aangepakt worden”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
“Dat is de enige mogelijkheid om dit erfgoed voor onze regio te ‘redden’.

De controles en de handhaving moeten opgedreven worden, ik zeg dat al jaren.
Voor sommige inventieve personen zijn alle middelen goed om hoogstamboomgaarden te ‘liquideren’: het noodweer of de wind een handje helpen, sommige ziekten ‘faken’ en nu zelfs een fruitteler, die een perenplantage aanlegt en er door de gemeente opgelegde aantal hoogstamkersenbomen gewoon tussen plant. (1)

Ik heb hierover een schriftelijke vraag gesteld aan bevoegd minister voor Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme Zuhal Demir.
Zij deelt mijn bekommernis vanuit een goede ruimtelijke ordening, onder andere voor wat betreft visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten. Ook de zorgplicht voor natuurwaarden, de noodzakelijke ecologische compensatie en de aandacht voor kleine landschapselementen komen in haar antwoord aan bod.
Haar conclusie spoort met mijn mening, ik citeer: “De aanplant van een laagstamboomgaard kan dus niet beschouwd worden als een gelijkwaardige compensatie van natuurwaarden die verdwijnen bij het kappen van een hoogstamboomgaard.

Ik ga ervan uit dat er streng opgetreden wordt tegen deze fruitteler en dat de Zuid-Limburgse gemeentebesturen en de Vlaamse inspectiediensten de handhaving en het beteugelen van inbreuken opdrijven.
Anders zijn binnenkort alle hoogstamboomgaarden weg in Zuid-Limburg.
Enkel een doorgedreven handhaving en het aanplanten van nieuwe, bijkomende hoogstamboomgaarden, kan het typisch Haspengouw landschap bestendigen en vrijwaren.”

Hieronder vindt u de schriftelijke vraag en het antwoord van de minister .