Vlaams strategisch plan Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden 2020-2025

Op dinsdag 26 januari 2021 werd in de Commissie Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie het Vlaams strategisch plan Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden 2020-2025 besproken.
Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove voerde het woord namens sp.a.

Zulk een globaal, horizontaal plan over alle bevoegdheden heen is op zich een goede zaak. Maar hoe concreet en hoe werkbaar is dat?
Wie coördineert dit plan beleidsmatig?
Geraakt het verder dan een aantal goede intenties op papier?
”, stak Ludwig Vandenhove van wal.

“Voorzien de betrokken Vlaamse ministers voldoende financiële middelen? Is dat ook weer niet het zwakke punt, zoals bij het Vlaams Actieplan ter bestrijding van seksueel geweld 2020-2024?

Er wordt vaak verwezen naar het federale niveau. (bijvoorbeeld pagina 49)
Zijn er concrete afspreken qua samenwerking gemaakt?

Bijna 1/2de van de personen, die in de gevangenis zitten, zijn nog niet veroordeeld. (pagina 10)
Dat is een aanzienlijke groep.
Moeten die niet apart benaderd worden ten opzichte van de ongeveer even grote groep veroordeelden?

Het gegeven van de gevangenen, die veroordeeld zijn wegens radicalisering. (pagina 13)
Is er al een evaluatie geweest of gepland van de projecten, die daarvoor worden opgezet?
Eén persoon, die hervalt, kan grote gevolgen hebben.

Er zijn een groot aantal gedetineerden met een licht verstandelijke handicap. (pagina 15)
Er wordt ter zake bijkomend onderzoek aangekondigd.
Wanneer komt dat onderzoek er?
Wat is de bedoeling?
In welke mate wordt de minister van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding Wouter Beke daarbij betrokken?
Riskeren België en Vlaanderen geen veroordelingen op dit vlak?

Er moet bijzondere aandacht zijn voor de daders van intra familiaal en seksueel geweld? (pagina 15)
Wat is het dwarsverband met het Vlaams Actieplan ter bestrijding van seksueel geweld 2020-2024?

Maatwerk en multidisciplinaire aanpak: wie zou het daar niet mee eens zijn? (pagina 16)
Kan het personeel dat aan? Moeten daar geen specifieke opleidingen voor voorzien worden?

Er wordt in de tekst heel vaak verwezen naar de rol, die lokale besturen kunnen spelen. (onder andere pagina 43)
Ik deel die mening, maar dan zal er vooral aan een mentaliteitswijziging moeten gewerkt worden. Ik zie bijvoorbeeld bij mij in Sint-Truiden hoe de laatste 20 jaar de houding van de bevolking gewijzigd is ten opzichte van (ex-) psychiatrische patiënten, die in de stad gaan wonen (‘Beschut Wonen’). Sint-Truiden is nochtans vertrouwd met  psychiatrische instellingen en organisaties. En ex-gedetineerden zijn voor de burger nog ‘erger’ dan (ex-)psychiatrische patiënten.

Toekomstige huisvesting en wonen is inderdaad een belangrijk item voor ex-gevangenen. Maar we kunnen dit probleem niet afzonderen van het algemeen probleem dat er gewoon veel te weinig sociale woningen in Vlaanderen zijn.

Het is goed dat in de tekst het onderscheid gemaakt wordt tussen hard-skills en soft-skills, maar die soft-skills zijn zeker zo belangrijk om een goede herintegratie in de samenleving mogelijk te maken. Onder andere de aandacht voor sport en cultuur behoren voor mij tot diezelfde thematiek. (pagina 21)

Als gewezen Limburgs gedeputeerde van onder andere Leefmilieu en Natuur deel ik uw mening om (meer) in te zetten op opleidings-en werkvloerprojecten voor natuur-, bos-en landschapsbeheer. (pagina 28)
In Limburg zijn er een aantal dergelijke succesvolle projecten.
Waarom wordt er vanuit Vlaanderen niet meer geïnvesteerd in dit soort initiatieven? Bijvoorbeeld eveneens vanuit de bevoegdheid sociale economie.”