Vrijwilligersverzekering: stand van zaken

De vrijwilligersverzekering is één van de aangelegenheden, die overgeheveld is van de provinciebesturen naar Vlaanderen per 1 januari 2018. 

Nochtans waren al de verenigingen en de vrijwilligers daar tevreden over, maar dat telde niet voor de Vlaamse regering”, zegt voormalig gedeputeerde en nu Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
De provincies moesten afgeslankt worden.
Wellicht volgt na 2024 de definitieve afschaffing.

Ik heb aan minister-president en minister van Cultuur Jan Jambon de actuele cijfers opgevraagd.

Wat blijkt?

1. Vanaf 1 april 2019 is heel de regeling, na een evaluatie, grondig geactualiseerd.
Er is een nieuw reglement opgesteld.
Er is een aanbestedingsprocedure doorlopen voor het aanstellen van een nieuwe verzekeraar met een geactualiseerde polis.
Inmiddels is de aanvraagprocedure van de verzekering volledig gedigitaliseerd.

Het systeem is gecentraliseerd, er kan gewerkt worden met uren in plaats van dagen,
de focus ligt op kleine(re) verenigingen waarvoor geen verzekeringsplicht geldt volgens de Vrijwilligerswet en waar de vrijwilligers bijgevolg geen immuniteit genieten. Erkenningen gelden, in tegenstelling tot vroeger, wel maar voor 12 maanden, en moeten telkens vernieuwd worden.
Uiteraard een bijkomende last voor de verenigingen”, aldus Ludwig Vandenhove.

2. Het Vlaams steunpunt vrijwilligerswerk heeft de opdracht om de communicatie rond de gratis vrijwilligersverzekering te voeren.

3. De cijfers voor 2019: 6 003 aanvragen, 5 256 goedgekeurd, 707 afgekeurd en 40 organisaties wachten nog op een beslissing.

4.De opsplitsing per sector: zie antwoord.
Spijtig dat er nog geen cijfers per provincie kunnen gegeven worden”, zegt Ludwig Vandenhove.`

5.”Dezelfde opmerking voor het aantal personen”, zegt Ludwig Vandenhove.
Ik hoop dat na evaluatie wel een aantal bijkomende gegevens kunnen bezorgd worden.

6.In 2019 werden 1 721 066 vrijwilligerswerk verzekerd of een gemiddelde van 327 uren per organisatie.
Elke organisatie heeft 1 000 uren ter beschikking.
Sommige organisaties verbruikten al hun uren, andere niet.
Sommigen bleken nog geen 10 % van het hen toegekende contingent nodig te hebben.

Hieronder vindt u de schriftelijke vraag en het antwoord van minister-president Jambon.