Wat nog allemaal?

De federale regering heeft een nieuw Verkeersveiligheidsplan uitgewerkt met 32 concrete maatregelen.
Hierbij zullen ‘nieuwe, geavanceerde technologieën’ een centrale rol spelen.

Zo zullen slimme camera’s - Automatic Number Plate Recognition/Automatische Nummer Plaatherkenning (ANPR)- ingezet worden om het Global System for Mobile communications) (GSM)-gebruik achter het stuur te controleren”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

“Ik heb er op zich niets op tegen dat alle middelen gebruikt worden om de verkeersveiligheid te verhogen. Maar wat gebeurt er ondertussen met het privacyaspect?
Ik stel vast dat er maar steeds verder gegaan wordt met de aantasting van de privacy zonder dat daar een echt maatschappelijk of politiek debat over gevoerd wordt.
Ik waarschuw daar al sedert 2007 voor toen de oorspronkelijke camerawet tot stand is gekomen.

Zeker de overheid moet op dat vlak het goede voorbeeld geven om meer en beter te kunnen optreden tegen de inbreuken, die op dat vlak gebeuren door heel wat private spelers op vele beleidsdomeinen.

In deze situatie nu met het verkeer probeert de federale overheid een evenwicht te zoeken tussen het recht op veiligheid en het recht op privacy.
Op zich (misschien) verdedigbaar, maar we moeten elke keer als er een nieuwe toepassing voorgesteld wordt of er bijkomt voor cameragebruik de fundamentele vraag durven stellen of er bepaalde evenwichten in het nadeel van de privacy niet grondig verstoord zijn of worden.

Voor mij is het niet normaal en vanzelfsprekend dat onze privacy steeds maar verder aangetast wordt zonder dat de burger daar voldoende van op de hoogte is en/of zich daarvan bewust is.
Het gebruik van een camera in elke omstandigheid zou moeten gemotiveerd worden via een uitgebreid protocol, waarin de bescherming van de privacy voorop moet staan.
Voor wat mogen de beelden gebruikt worden?
Wie houdt de beelden bij?
Wie kan/mag de beelden zien?
Hoelang worden de beelden bijgehouden?
Etc.
Op deze en nog vele andere vragen zou er voor elk gebruik van camera’s om burgers ‘te bespieden’ uitgebreid moeten geantwoord worden.
Als ik soms verhalen hoor van politiepersoneel hoe er in bepaalde omstandigheden omgegaan wordt met beelden, krijg ik schrik.

Overheden zouden op regelmatige tijdstippen de inwoners moeten sensibiliseren waar, in welke omstandigheden en waarom er camera’s ingeschakeld worden. Herhaling kan geen kwaad, wel te weinig informatie en sensibilisering. Na een welbepaalde periode, bijvoorbeeld om de vijf of tien jaar, zou er telkens opnieuw moeten bekeken en/of beslist worden of cameratoezicht nog de best geschikte vorm van handhaving is.
In diezelfde context is het opvallend is dat er steeds maar camera’s bijkomen op verschillende plaatsen en in verschillende omstandigheden, maar dat er nooit verdwijnen
.

En zijn er geen alternatieven, zoals nu in het kader van de verkeersveiligheid?
Waarom niet durven nadenken om GSM-gebruik in de auto sowieso te verbieden?
Was de maatschappij er slechter aan toe 25 of 30 jaar geleden toen we niet permanent -in de auto - bereikbaar waren per telefoon?
Iedereen moet daar voor zichzelf op antwoorden, maar mijn antwoord is duidelijk: neen, integendeel zelfs.
Dat soort en nog andere fundamentele vragen moeten aan bod kunnen komen in een echt maatschappelijk en politiek debat over allerlei nieuwe technologieën en de invloed ervan op het individu en op de privacy. Of durft de politiek dat niet meer wegens ‘geen of onvoldoende draagvlak’ bij de bevolking?
Voor mij staat ‘geen of onvoldoende draagvlak’ gelijk aan een manier van politiek bedrijven, die geen verantwoordelijkheid durft nemen met het oog op het algemeen belang. Zo wil ik geen politiek bedrijven!

De federale regering wil met dit Verkeersveiligheidsplan het aantal dodelijke slachtoffers in het verkeer terugbrengen tot nul in 2050.
Uiteraard sta ik daarachter en elke inspanning daartoe is op zich waardevol. Maar is dit geloofwaardig voor de bevolking: 2050 is nog zover af en wie zal er dan nog spreken over dit plan? Bovendien zullen er altijd ‘ongevallen’ en ‘ongelukken’ gebeuren, de woorden zeggen het zelf. Dus spreken over nul doden is irrealistisch.”

  • Foto: Shutterstock.com.