Jeugddelinquentierecht verstrengd in Vlaanderen 

Tijdens de vergadering van de verenigde commissies Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding en Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie van dinsdag 19 maart 2024 is het ‘Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de opheffing van de leeftijdsgrens en de mogelijkheid van elektronische monitoring in de fase van de voorlopige rechtspleging en overige wijzigingen’ behandeld.

Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove deed de tussenkomst namens VOORUIT.

Ludwig Vandenhove: “In feite is dit ontwerp van decreet een manier voor de Vlaamse regering - de N-VA-cd&v-Open Vld-meerderheid - om nog maar eens te laten zien hoe streng, hoe repressief ze wel zijn, een wijze van aankondigingspolitiek. Maar of dit zal leiden tot minder bestraffingen en/of tot het verhogen van het welzijn van de betrokken jongeren is twijfelachtig.

Positieve elementen zijn:
-een geïntegreerde aanpak en de samenwerking over alle beleidsdomeinen heen - welzijn, onderwijs, jeugd, etc. -, die vooral preventief zijn. Maar het preventieve luik zou nog moeten uitgebreid worden, zeker qua aanpak op het terrein;
-het uitbreiden en het centraliseren van de ketenaanpak;
-het uitbreiden van het casusoverleg;
-het inzetten op risicotaxatie en -management;
-een betere informatie-uitwisseling en gegevensdeling tussen alle betrokken diensten;
-investeren in onderzoek en dataverzameling over jeugddelinquentie in Vlaanderen.

Onze bedenkingen:
-de geciteerde cijfers stellen dat er geen verhoging is van het aantal criminele feiten, ook niet van drugsdelicten. Er is wel een stijging van de ernst van de feiten, vooral seksuele misdrijven. 
Er wordt niets gezegd over daderbegeleiding of slachtofferzorg. Wel wordt er gepleit voor de verstrenging van de bestaande straffen.
Nergens wordt aangetoond of zelfs maar gezegd dat die strengere straffen zouden helpen om de ernst van de feiten te verminderen;
-dit decreet breidt de terbeschikkingstelling uit, waar wij als VOORUIT niet voor zijn.
Er is totaal niet duidelijk over welke misdrijven en onder welke voorwaarden het gaat.
De huidige regels lijken evenwichtig genoeg en zijn vooral enkel bedoeld voor de meest ernstige feiten. Bijgevolg is een drempelverlaging op dat vlak niet nodig.
Uit onderzoek is al heel vaak gebleken dat die uithandengeving recidive absoluut niet tegengaat, integendeel zelfs. Bovendien bevestigen diezelfde onderzoeken dat de uit handen gegeven jongeren vooral jongeren zijn, die, indien ze volwassen zouden geweest zijn op het moment van de feiten, zouden worden geïnterneerd. Dat vereist dus een andere aanpak dan louter straffen. Maar dit decreet voorziet niets over zulke specifieke methodiek.
Hoe verhoudt zich dat tot de te weinig plaatsen qua internering in België en Vlaanderen?;
-het kortverblijf: de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), de Vlaamse Jeugdraad en de Kinderrechtencommissaris stellen zich, net als VOORUIT, grote vragen bij de decretale verankering van dit kortverblijf.
Zij pleiten voor voorafgaandelijk wetenschappelijk onderzoek vooraleer dat te verankeren in het decreet.
Het KRC wil die maatregel zelfs schrappen, omdat het in tegenspraak zou zijn met artikel 37 van het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties (“geen enkel kind wordt onderworpen aan foltering of een andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing”);
-er zitten heel wat elementen in het decreet, die vaag zijn en op geen enkele manier worden ondersteund door een verantwoording (bijvoorbeeld door feiten of onderzoek);
 -de rechter kan nu al opleggen aan ouders om te verschijnen en daaraan een boete koppelen.
 Als er een ‘standaard’-verplichting komt, hoe zal die dan afgedwongen worden?;
 -werkstraffen opleggen aan de ouders: is Vlaanderen daarvoor bevoegd? Over welke werkstraffen gaat dat? Wat is het belang hiervan voor de minderjarige dader of voor het slachtoffer of voor de gehele samenleving? Waarop is dat gesteund?
Zou dat niet beter een verplichte begeleiding of ouderschapstraject zijn in plaats van  een werkstraf?
Zijn zulke werkstraffen voor de ouders niet van de pot gerukt?

Als VOORUIT hebben wij ons onthouden over dit decreet.
___