‘Gids camerabewaking - Hoe een systeem van camerabewaking in openbare ruimtes installeren?’

Dit is de titel van een gids, die uitgegeven is door de algemene directie Lokale Integrale Veiligheid, federale overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken.


De gids bestaat voorlopig uit een vijftal brochures met als thema’s:
1. Burgemeester. Vragen over camerabewaking in openbare ruimtes. 

2. Projectbeheerder. De 10 stappen van het proces voor de installatie van een systeem van camerabewaking.

3. Technisch deskundige. Het technisch project.

4. Juridisch deskundige. Het wettelijk kader.

5. Nationale en internationale goede praktijken.


De bedoeling is dat hier nog een vervolg op komt met een 6e publicatie over het colloquium dat op woensdag 16 februari 2011 in/> de Albert Hall in Elsene georganiseerd werd.
Een 7e publicatie zal handelen over het wetenschappelijk onderzoek ‘Urban Eyes: kwalitatieve analyse van camerabewaking in openbare ruimten in België’, uitgevoerd door de Cellule Interfacultaire de Technology Assessment (CITA) van de Universiteit van Namen (Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix Namur).
Burgemeester Ludwig Vandenhove maakte deel uit van de beleidsgroep van dit wetenschappelijk onderzoek.

Tijdens het bovenvermelde colloquium was burgemeester Ludwig Vandenhove ook één van de deelnemers aan het panelgesprek.
Hij herhaalde hier nog eens zijn traditioneel standpunt dat hij een zeer koele minnaar is van cameragebruik en dat cameragebruik enkel kan beschouwd worden als een technisch hulpmiddel voor de politiediensten en onderdeel moet uitmaken van een globaal gevoerd beleid in het kader van het zonaal veiligheidsplan en het lokaal integraal veiligheidsbeleid.

Hieronder vindt u de integrale tekst, die burgemeester Ludwig Vandenhove schreef voor de 1e brochure ‘Voor u burgemeester. Vragen over camerabewaking in openbare ruimtes'.

Beste lezer

Ik vind het goed dat er zo een praktische handleiding rond het cameragebruik gemaakt wordt voor burgemeesters vanuit de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken.
Dit zou vaker en rond meer thema’s moeten gebeuren.

Zulke handleidingen, zoals ook deze rond de problematiek van het al dan niet inzetten van camera’s in het lokaal veiligheidsbeleid, moeten wel voldoende praktisch opgezet worden en mogen niet te omvangrijk en/of te technisch zijn.
Burgemeesters moeten beleidslijnen uittekenen, de technische aspecten zijn (in dit geval) voor de korpschefs.

Bovendien wordt het besturen van gemeenten en steden over het algemeen en in het bijzonder voor burgemeesters steeds meer ingewikkeld en moeilijker, om dan nog niet te spreken over de toenemende (persoonlijke) verantwoordelijkheid.
Wat mij betreft, tast deze evolutie zelfs een stuk het democratisch gehalte van het gemeentebeleid aan, omdat enkel professionele politici alles nog enigszins kunnen (op)volgen.
Met publicaties zoals deze moet hier rekening mee gehouden worden, willen ze niet onmiddellijk bij de administratie, in dit geval (meestal) bij de lokale politiezones, of in een boekenkast terecht komen.



Voor een burgemeester is het belangrijk om het inzetten van eventuele camera’s in het globaal veiligheidsbeleid te kunnen inschatten qua impact op het aantal politiemensen en de benutting ervan in een gemeente/stad en/of lokale politiezone.
Per definitie wordt er bijna van uitgegaan dat het inschakelen van camera’s minder (politie)personeel vergt. Nochtans is dit niet zo: de beelden moeten ook bekeken en geanalyseerd worden.

Er komen steeds meer en meer privé-partners op het terrein qua adviezen rond cameragebruik.
Daarenboven zijn de technische evoluties nog nauwelijks bij te houden.
Vanuit mijn ideologische achtergrond en mijn visie dat het veiligheidsbeleid in principe een zaak van de overheid moet zijn, alleen al maar omwille van de democratische controle, vind ik dit geen goede evolutie.
Burgemeesters moeten hier wat mij betreft voor ‘gewaarschuwd’ worden.
De overheid moet hier zelf voldoende knowhow opdoen.

Camera’s plaatsen klinkt op korte termijn misschien populair bij de bevolking, maar op langere termijn is het effect ervan nauwelijks gemeten, in België zelfs totaal nog niet.
Voor mij nog maar eens een pleidooi om dringend een politiek en maatschappelijk debat te houden over de verhoudingen tussen de privé-sector en de overheid in het veiligheidslandschap.



De wetgever moet de ambitie hebben om hier voorop te lopen in plaats van nu steeds wetten te maken over situaties en/of technieken, die in de praktijk op het terrein al lang toegepast worden.

Het opnemen van concrete, goede voorbeelden in gemeenten/steden in het buitenland en/of in België kan zulke handleidingen alleen maar praktischer en meer bruikbaar maken voor burgemeesters.

Ludwig Vandenhove
/>
burgemeester stad Sint-Truiden   

Zie onder andere ook de teksten ‘Mobiele camera’s in Sint-Truiden’ van 30 augustus 2009 en ‘Aangepaste camerawet al achterhaald.’ van 11 januari 2010 op deze website.