Vrijwilligers bij de geïntegreerde politie?

Vrijwilligers bij de geïntegreerde politie?

Het septembernummer van het Politiejournaal (uitgave Politeia) is gewijd aan het thema ‘Werken met vrijwilligers. Vrijwilligers bij de geïntegreerde politie: een piste om te onderzoeken?’.

Voormalig korpschef van de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken en huidig korpschef van de lokale politie Hasselt - Diepenbeek - Zonhoven (Hazodi) Philip Pirard heeft het voorwoord geschreven.

In Nederland wordt al jaren gewerkt met vrijwilligers bij de politie, ook Groot-Brittannië heeft hierin al een lange weg afgelegd.

“Ook in België moeten we deze discussie durven openen.”, zegt burgemeester en voorzitter van de lokale politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken.

“Maar we moeten hier de nodige omzichtigheid bij aan de dag leggen: politiewerk en veiligheid blijven een basistaak van de overheid en de belastingsbetaler moet bereid zijn om hiervoor geld op tafel te blijven leggen. Bovendien zijn er heel wat andere maatschappelijke sectoren waar vrijwilligers meer nodig zijn dan in het politielandschap.

Alleszins heeft deze publicatie de verdienste om het debat in België en Vlaanderen op gang te brengen.”

Coördinator burenbemiddeling Sarah Daems van de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken en burgemeester en voorzitter Ludwig Vandenhove hebben een bijdrage in dit tijdschrift geschreven, onder de titel ‘Burenbemiddeling in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken’.

U kan hieronder het integrale artikel lezen.

Inleiding

Beter een goede buur dan een verre vriend. Maar wat als je niet met je buur overeenkomt?
Buren hebben steeds vaker last van elkaar: een niet-geschoren haag of overhangende takken volstaan soms om mensen op stang te jagen en kunnen ervoor te zorgen dat ze jarenlang niet meer met elkaar spreken. Ook het gras maaien op een rustige zondagnamiddag, muziek, die veel te laat en veel te hard staat tijdens een barbecue of spelende kinderen, die hun lege colablikjes en chipszakjes laten rondslingeren kunnen een bron van ergernis zijn.
Wanneer de buren de zaken laten aanslepen en er zelf niet in slagen tot een oplossing te komen, kan de burenbemiddelaar een uitkomst bieden.

1. Wat is burenbemiddeling?

Burenbemiddeling is een methodiek om conflicten aan te pakken tussen buren op vrijwillige basis met behulp van een onafhankelijke en onpartijdige persoon.
Het is een manier om problemen van overlast bespreekbaar te maken en de communicatie tussen buren te herstellen alvorens een conflict escaleert en tot strafbare feiten leidt.

Bij burenbemiddeling krijgen alle partijen de kans om op een evenwaardige manier over hun frustraties en emoties te spreken en een bijdrage te leveren in het vinden van een oplossing voor het betreffende conflict. Het geschil wordt dus op een buitengerechtelijke manier beslecht door de betrokken partijen samen te laten zoeken naar een voor alle partijen aanvaardbare oplossing.
Op die manier wordt er gestreefd naar een win-winsituatie.

Er zijn drie centrale principes in bemiddeling: de vrijwillige deelname door alle partijen, de vertrouwelijke sfeer en de neutrale houding van de bemiddelaar.
Het respecteren van deze principes in mindere of meerdere mate bepaalt de slaagkans van de bemiddeling tussen de partijen. De bemiddelaar dient er zich dan ook steeds van te vergewissen dat alle basisprincipes gedurende het hele bemiddelingsproces gevolgd worden.

2. Doelstellingen

Aangezien het provinciebestuur van Limburg sterk gelooft in het principe en de mogelijkheden van burgenbemiddeling, besloot het toenmalig provinciebestuur van Limburg in 2007 met gedeputeerde van Veiligheid Hilde Claes en gouverneur Steve Stevaert in de toekomst de lokale besturen te ondersteunen bij het opzetten van dergelijke projecten.
In eerste instantie ging het om de subsidiëring van een provinciaal pilootproject in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken,, aangezien de burgemeester van Sint-Truiden, Ludwig Vandenhove, burenbemiddeling ziet als een bijkomende schakel in de veiligheidsketen.
Hij diende bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel in om van burenbemiddeling een vast onderdeel te maken in het lokaal integraal veiligheidsbeleid om op die manier bij te dragen tot het veiligheidsgevoel van de burgers.[1]

Door de oprichting van de dienst burenbemiddeling in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken werd op de eerste plaats getracht een bijkomende laagdrempelige en toegankelijke methode aan de inwoners aan te bieden om snel in te gaan op bepaalde conflicten, zodat escalatie kan worden voorkomen. Omdat burenbemiddeling een gratis dienst is, vormt het een goedkoper alternatief om conflicten te beslechten dan via gerechtelijke instanties. Bovendien zijn de bemiddelaars gewone burgers, waardoor de ruziënde partijen niet afgeschrikt worden door bijvoorbeeld het uniform van een politieman.

Door aan burenbemiddeling te doen, wordt eveneens getracht de communicatie en daarmee de sociale cohesie te herstellen. De kern van zich veilig voelen ligt immers besloten in de directe leefomgeving waarvan iemand deel uitmaakt.
Voelt iemand zich veilig in zijn eigen buurt, dan krijgen ergernis, angst en verzuring al veel minder kans.

Bovendien leren de ruziënde buren zelf een actieve rol te spelen in het oplossen van het conflict.
Hun vermogen wordt vergroot om in de toekomst zelf hun conflicten op te lossen, waardoor burenbemiddeling evenzeer een preventieve functie voor eventueel toekomstige conflicten krijgt. Burenbemiddeling maakt mensen bewust van het feit dat ze hun eigen leefsituatie op een positieve manier kunnen beïnvloeden.

Last but not least zorgt het aanbieden van burenbemiddeling voor een ontlasting van het politioneel en justitieel apparaat. Bij burenbemiddeling staat zelfredzaamheid immers centraal.
Mensen ervaren door burenbemiddeling dat zij zelf hun problemen kunnen oplossen en hiervoor niet dadelijk een beroep moeten doen op politie en justitie.
Burenbemiddeling neemt op die manier een deel werk uit handen van deze instanties.

3. De (vrijwillige) bemiddelaar

De burenbemiddelaar biedt een luisterend oor en een onafhankelijke gespreksleiding.
Zij/hij brengt buren samen voor een gesprek en ziet erop toe dat elke partij de kans krijgt om haar/zijn frustraties en emoties te verwoorden en haar/zijn verwachtingen aan de tegenpartij te expliciteren.
De bemiddelaar dient steeds neutraal te zijn en mag zich niet laten verleiden om partij te kiezen. Het principe van vertrouwelijkheid staat bovendien centraal in burenbemiddeling. De bemiddelaar verzekert de partijen daarom steeds dat de informatie waarover zij/hij beschikt niet aan derden zal worden medegedeeld (deontologie van het beroepsgeheim).

In de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken werd gekozen om te werken met één lokale coördinator en een aantal vrijwillige burenbemiddelaars.

De coördinator staat in voor de uitbouw en sturing van het project. De coördinator verzorgt ook de contacten met de verschillende relevante actoren en staat in voor het werven van vrijwilligers, het voorzien in hun opleiding en coaching en de doorverwijzing van dossiers aan de vrijwillige bemiddelaars.
Om de voeling met de praktijk niet te verliezen, is het vanzelfsprekend dat de coördinator ook af en toe zelf intake-gesprekken en bemiddelingen verricht.

De keuze om te werken met vrijwillige bemiddelaars wordt niet enkel gemaakt vanuit financiële overwegingen. Vrijwilligers zijn goedkoper dan professionele bemiddelaars, maar ook uit maatschappelijke overdenkingen heeft het werken met vrijwilligers diverse voordelen. Vrijwilligers zetten zich immers belangeloos in om anderen te helpen. Dat kan een stimulans zijn voor de ruziënde buren om er alles aan te doen om tot een overeenkomst te komen.
Omdat deze belangeloze inzet niet vanzelfsprekend is, is het belangrijk de vrijwilligers voortdurend te blijven motiveren en hen steeds te ondersteunen en te voorzien van feedback.
De vrijwillige burenbemiddelaars in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken ontvangen momenteel een reële kostenvergoeding zoals voorzien wordt in het eerste stelsel van vergoedingen in de  wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers[2].

Vanaf 1 januari 2013 zullen zij, overeenkomstig de derde pijler  van de kostenvergoedingsregeling, echter kunnen genieten van een forfaitaire kostenvergoeding van 10 euro per gevoerd gesprek, met een maximum van 30 euro per dossier en kunnen zij nog een beperkt bedrag aan vervoerskosten terugbetaald krijgen.[3]

In principe komen alle meerderjarige inwoners van de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken in aanmerking om zich kandidaat te stellen.
Alle kandidaten worden door de coördinator gescreend op hun sociale en communicatieve vaardigheden. Een bemiddelaar moet immers onder andere actief kunnen luisteren, kunnen samenvatten wat de partijen vertellen, kunnen doorvragen naar achterliggende belangen en aan de hand daarvan het probleem eventueel kunnen herdefiniëren. Ook wordt gekeken of de kandidaten integer en discreet waren en in staat om een neutrale, objectieve houding aan te nemen. Het opleidingsniveau speelt daarbij geen bepalende rol. Beschikken over kennis en werking van gemeente, politie en justitie strekt tot aanbeveling, maar is geen absolute noodzaak.
De kandidaat burenbemiddelaars krijgen een opleiding en ze volgen een praktische stage bij de dienst burenbemiddeling om de communicatieve vaardigheden en conflicthanteringtechnieken aan te leren, die essentieel zijn voor bemiddelaars.

4. Hoe een beroep doen op de dienst burenbemiddeling?

Conflicten tussen buren kunnen op diverse manieren aanhangig gemaakt worden bij de dienst burenbemiddeling.

Een eerste manier is dat één van de betrokken partijen rechtstreeks een beroep doet op de dienst en zelf, persoonlijk, telefonisch of schriftelijk, contact opneemt.

In andere gevallen wordt een burenconflict door een van de netwerkpartners aangemeld bij de coördinator van de dienst.
Dit gebeurt steeds na overleg met en met toestemming van de zogenaamde klagende partij. Als een medewerker van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) bijvoorbeeld in aanraking komt met een burenconflict kan die, na toestemming van de betrokkenen (althans van de klagende partij), de dienst burenbemiddeling hiervan op de hoogte stellen. Andere netwerkpartners van de dienst burenbemiddeling in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken zijn onder andere de wijkdienst en de interventieploegen van de lokale politie, de sociale huisvestingsmaatschappij en de vrederechter.

Tussen de wijkdienst van de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken en de dienst burenbemiddeling bestaat er een structureel overleg.
Tijdens dit overleg kunnen de wijkinspecteurs nieuwe dossiers doorgeven aan de coördinator burenbemiddeling en worden zij op hun beurt door de coördinator op de hoogte gebracht over lopende dossiers in hun wijk.
Op die manier zijn de wijkinspecteurs steeds op de hoogte over feiten die zich in hun wijk afspelen.

5. Verloop van de bemiddeling

In hoofdlijnen verloopt het bemiddelingsproces in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken steeds volgens de vijf stappen die hieronder beschreven worden.

Stap 1: Initiëring: melding en beoordeling

Na de aanmelding van een conflict bij de dienst burenbemiddeling, hetzij door één van partijen zelf, hetzij door een van de doorverwijzende partners, beoordeelt de coördinator aan de hand van de informatie, die bij de melding werd verkregen of het conflict al dan niet thuishoort bij de dienst burenbemiddeling.

Stap 2: Intakegesprek met de eerste partij

Wanneer het aangemelde conflict in aanmerking lijkt te komen voor burenbemiddeling, houdt één van de opgeleide vrijwillige burenbemiddelaars of de coördinator zelf een intakegesprek met de eerste partij: de klager.

Tijdens het intakegesprek inventariseert de bemiddelaar globaal de feiten.
Voorts vertelt zij/hij wat bemiddelen inhoudt. Dit is nodig opdat de klagende partij geen onterechte en onhaalbare verwachtingen zou hebben ten aanzien van de bemiddeling en de bemiddelaar.
De eerste partij wordt na het gesprek nogmaals gevraagd of zij/hij iets in een gezamenlijk bemiddelingsgesprek ziet. Als zij/hij daarmee instemt, benadert de bemiddelaar de tweede partij.

In een aantal gevallen, bijvoorbeeld wanneer de eerste partij zich heeft bedacht omdat er intussen nog conflicten hebben plaatsgevonden, leidt het intakegesprek niet tot een beoogd bemiddelingsgesprek. Dan worden wel andere passende vormen van dienstverlening aangeboden zoals pendelbemiddeling, informatieverstrekking of verwijzing naar een andere instantie. De bemiddelaar zal er steeds op letten om niemand te dwingen toch verder te gaan met de procedure, omdat de deelname aan bemiddeling steeds volledig vrijwillig moet gebeuren, ten bate van de resultaten.

Stap 3: Intakegesprek met de tweede partij

Indien de eerste partij akkoord gaat met het voorstel tot bemiddeling, neemt de bemiddelaar contact op met de andere partij.
Hierbij kan de bemiddelaar op weerstand stuiten, aangezien de andere partij zich beschuldigd kan voelen en aangezien de klagende partij zonder zijn initiële instemming een derde inschakelde. Het is voor de bemiddelaar dan ook de uitdaging om het gesprek zo positief en objectief mogelijk te laten verlopen. Hierbij is het belangrijk steeds te benadrukken dat ook de “andere” partij zijn kant van het verhaal kan doen en dat de bemiddelaar onpartijdig blijft.

Bij de intake van de tweede partij is het van groot belang dat de bemiddelaar haar/zijn rol toelicht. Opnieuw wordt uitgelegd wat burenbemiddeling inhoudt en wat de beperkingen ervan zijn. Zo worden er ook bij de tweede partij geen valse verwachtingen gecreëerd.

Wanneer de tweede partij niet wil meewerken aan een bemiddeling, is het niet de bedoeling dat de bemiddelaar haar/hem dwingend overhaalt om toch in te stemmen. De vrijwillige deelname van beide partijen staat immers voorop. De bemiddelaar kan in die gevallen wel steeds een folder en/of visitekaartje achterlaten voor het geval dat deze partij zich bedenkt en zich alsnog wil aanmelden voor bemiddeling. De bemiddelaar kan ook voorstellen een pendelbemiddeling op te starten of kan de partij aanmoedigen zelf eens contact op te nemen met de klagende partij om de problemen uit te praten.

Stap 4: Het bemiddelingsgesprek

Wanneer beide partijen na de intake bereid zijn om samen rond de tafel te zitten, plant de bemiddelaar een afspraak voor een gezamenlijk gesprek onder haar/zijn begeleiding.
Het gesprek vindt altijd plaats op een neutrale locatie.

De bemiddelaar treedt op als leider van het gesprek.
Zij/hij opent het gesprek, probeert de partijen op hun gemak te stellen en legt nogmaals eens rustig uit wat de bemiddeling inhoudt. Vervolgens worden er afspraken gemaakt over de spelregels, die bij het gesprek gelden. Daarna volgt de inhoudelijke bespreking. Tijdens dit gesprek wordt zowel gefocust op de aard van het probleem, als op de belangen van beide partijen, welke hun relatie was voor het conflict, welke pogingen reeds werden ondernomen om het conflict van de baan te helpen. Beide partijen krijgen de gelegenheid aan het woord te komen en hun zienswijze toe te lichten.
De bemiddelaar spreekt zelf nooit een oordeel uit, maar tracht het gesprek in alle rust te laten verlopen zonder zelf een sturende rol op te nemen.

De bemiddelaar vat regelmatig de belangrijkste elementen in het gesprek samen en houdt de evenwaardigheid van de partijen in de gaten.

Globaal gezien kan de bemiddeling resulteren in één van de drie volgende mogelijkheden:
• De communicatie tussen de partijen is (opnieuw) op gang gekomen en er werden afspraken gemaakt tussen de buren: de bemiddeling is geslaagd.
• Er zijn afspraken gemaakt omwille van de lieve vrede, maar verder willen ze liever niet veel met elkaar te maken hebben.
• Het conflict zit muurvast en de partijen willen niet meer praten: de bemiddeling wordt afgebroken.

Stap 5: Overeenkomst

Het eerste doel van bemiddelen, is dat de partijen (opnieuw) met elkaar praten en naar elkaar kunnen luisteren. Indien er daarbij ook een overeenkomst wordt bereikt, kunnen de partijen ervoor kiezen om deze al dan niet schriftelijk vast te leggen.

In het geval dat de bemiddelingszaak aanhangig werd gemaakt na doorverwijzing, wordt na afloop van het gezamenlijk gesprek feedback gegeven aan de doorverwijzers.
Zij worden op de eerste plaats op de hoogte gebracht over de al dan niet positieve afloop van de bemiddeling en eventueel, indien dit opportuun is en mits akkoord van de partijen, ook over de inhoudelijke aspecten van de overeenkomst.

6. Casus

Elke morgen om half zes wordt mevrouw A. uit bed gedonderd door het zwieren van de wasmachine van haar buurvrouw.
De oude wasmachine van mevrouw B., een alleenstaande mama, staat tegen de muur van de slaapkamer van mevrouw A. en elke morgen is het hetzelfde liedje. Mevrouw A. is nogal timide en durft hierover zelf niets te zeggen.
Ze begrijpt ook wel dat mevrouw B. zo vaak moet wassen, aangezien ze vijf kinderen heeft.
Na lang twijfelen, schakelt mevrouw A de burenbemiddeling in.
De bemiddelaar brengt hen, na een afzonderlijk gesprek met elk van hen, samen. Het ijs is dadelijk gebroken en de vrouwen beginnen spontaan samen naar een oplossing te zoeken.
Mevrouw B. heeft niet de middelen voor een nieuwe, stillere wasmachine, dus dat is geen optie. Op andere momenten wassen is ook moeilijk aangezien ze ’s morgens voor haar vertrek reeds de was uithangt bij gebrek aan een droogkast. Mevrouw A. geeft aan dat ze wat graag haar slaapkamer zou willen verhuizen naar een andere kamer in het huis, maar dat gaat niet gezien er op de andere kamers geen verwarming is. Wanneer de dames echt geen oplossing lijken te vinden, haalt mevrouw B. aan dat zij eventueel haar wasmachine wel wil verplaatsen, aangezien ze elders in het huis nog een aansluiting heeft, maar dat ze daar de financiële middelen niet voor heeft. Daar pikt de buurvrouw gretig op in, want haar broer is immers loodgieter en wil dat klusje waarschijnlijk maar wat graag klaren voor zijn zus.
De dames spreken af dat mevrouw A. haar broer zal contacteren om af te kijken wanneer hij kan langs komen.
Een week later krijgt de bemiddelaar telefoon van mevrouw A. om hem te bedanken.
De wasmachine is verplaatst en ze kan weer rustig slapen.

7. Evaluatie

Uit voorgaande jaarlijkse evaluaties bleek reeds dat er ook daadwerkelijk een behoefte is aan de dienst burenbemiddeling.
In 2009 en 2010 werden er respectievelijk 102 en 96 dossiers aangemeld bij de dienst.
In 2011 werd deze trend voortgezet en werd er 103 keer beroep gedaan op de dienst burenbemiddeling.
67 conflicten kwamen uit Sint-Truiden en deelgemeenten, 21 uit Gingelom en 15 uit Nieuwerkerken.
In 72 dossiers werd met succes bemiddeld, in 15 gevallen kwamen de partijen niet tot een overeenkomst en 16 dossiers werden afgewezen (of doorverwezen).
In 2011 werd, net als de voorgaande jaren, vooral bemiddeld in conflicten rond pesterijen (34), geluidshinder (26) en beplanting (25). In mindere mate betrof het conflicten rond geurhinder en eigendom.
De meeste (62) dossiers werden door de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken doorverwezen naar de dienst burenbemiddeling.
36 keer zette de burger zelf de stap en 5 keer werd een conflict doorverwezen door een stadsdienst.

In 2011 werd, net als de voorgaande jaren, vooral bemiddeld in conflicten rond pesterijen (34), geluidshinder (26) en beplanting (25). In mindere mate betrof het conflicten rond geurhinder en eigendom.
De meeste (62) dossiers werden door de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken doorverwezen naar de dienst burenbemiddeling. Zesendertig keer zette de burger zelf de stap en 5 keer werd een conflict doorverwezen door een stadsdienst.

In 2012 waren er op 30 juni reeds 52 dossiers aangemeld bij de dienst burenbemiddeling, vooral betreffende pesterijen en geluidshinder.
De dossiers werden evenredig door de burger zelf als door de politie aangemeld.
Hiervan waren op 30 juni 2012 28 dossiers reeds opgelost, 8 dossiers werden afgewezen en in 8 gevallen werd geen oplossing gevonden. 8 dossiers waren tijdens de telling nog lopende.

8. Conclusie

Binnen het integrale veiligheidsconcept dat de lokale politie Sint -Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken toepast, vormt het project burenbemiddeling een belangrijke schakel. Het past eveneens binnen het gegeven dat het aantal meldingen bij de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken elk jaar toeneemt (wijst op de laagdrempeligheid), maar dat deze strikt genomen steeds in meerdere mate geen politiewerk inhouden[4].
Dit doet ons de vraag stellen of (bijkomend) personeel politiemensen in de strikte betekenis van het woord moeten zijn.
Gezien het belang van de burenbemiddeling binnen het globale veiligheidsgebeuren, zou de federale overheid hier best een financiële tussenkomst voor voorzien voor de lokale politiezones[5].



[1] Wetsvoorstel betreffende de ondersteuning van buurtbemiddelingsprojecten van lokale overheden, Parl. St. Kamer 2007-08, nr. 0225/001

[2] Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, BS  29 augustus 2005

[3] Ibid.  De beperking van 30 euro per dossier is afgeleid uit het normale verloop van de bemiddeling: 2 intakegesprekken en 1 bemiddelingsgesprek met beide partijen samen.

[4] Zie diverse jaarverslagen van de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken.

[5] Het K.B. van 21 februari 2010 betreffende de invoering, opvolging en evaluatie van het project buurtbemiddeling, BS 15 maart 2010 voorzag een financiële impuls en de federale coördinatie van lokale projecten buurtbemiddeling, doch deze ondersteuning was slechts voorzien voor één jaar en werd tot nog toe niet verlengd.