Weer een jaar Pieter De Crem achter de rug!

Onder deze titel verscheen een artikel in het februarinummer van het maandelijks tijdschrift Info Defensie van de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD)-defensie van de hand van burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger
Ludwig Vandenhove/>.


Hij licht daarin het beleid van minister van Defensie Pieter De Crem van het afgelopen jaar 2009 door.

Hieronder vindt u de integrale tekst.


Weer een jaar Pieter De Crem achter de rug!

We hebben weer een jaar met Pieter De Crem als minister van Defensie achter de rug.
En het is een jaar dat we niet snel zullen vergeten omwille van de afslanking met de sluiting van heel wat kazernes/kwartieren en het verdwijnen van heel wat jobs tot gevolg. Maar het is weer geen jaar waarin de huidige minister zijn stempel op de geschiedenis zal drukken, hetgeen hij toch zo graag wil!

Als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers ben ik een beetje bevoorrechte getuige -betrokkene, maar ook getuige - van heel het defensiegebeuren in België.
Het is een ietwat aparte positie: als lid van een oppositiepartij sp.a moet ik trachten een evenwicht te vinden tussen mijn rol als voorzitter en mijn werk als parlementair. Ik ben trouwens het enige lid van de oppositie dat voorzitter is van een commissie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

En of ik beide functies al dan niet goed combineer, zal uiteindelijk de (geïnteresseerde) kiezer moeten uitmaken: dat is nu éénmaal de essentie van democratie.
Wie er alleszins zijn bedenkingen bij heeft, is de minister van Defensie zelf, die nochtans in zijn periode als CD&V-fractieleider onder paars moord en brand schreeuwde dat het parlement niet gerespecteerd werd.
Het beste voorbeeld hiervan is het gegeven dat hij na een interview van mij in ‘De Morgen’ van donderdag 1 oktober 2009 (VANDENHOVE LUDWIG, ‘De Crem kent het leger niet’, De Morgen, 1 oktober 2009) een brief geschreven heeft aan de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers om zijn beklag te maken over bepaalde uitspraken van mij en hierbij zelfs de woorden gebruikt ‘gebrek aan neutraliteit’ en ‘stemmingmakerij’.
Ongezien: de minister van Defensie kent blijkbaar de principes van de democratie niet!

Treffend in dit verband is eveneens dat hij op heel wat vragen van collega’s-parlementairen in de loop van vorig jaar telkens negatief antwoordde als het ging over de sluiting van bepaalde kazernes/kwartieren, terwijl dit precies nu wel gebeurt in het herstructureringsplan.

Het meest recente voorbeeld van zijn compleet gebrek aan respect voor parlementairen en zelfs de verslaggeving ervan in de media is dat hij na verklaringen van sp.a-collega David Geerts over de missie van de minister naar de Seychellen zelfs een klacht heeft ingediend bij de Raad voor de Journalistiek tegen de betrokken journalist.
Sp.a-fractieleider in de Senaat Johan Vande Lanotte heeft hier als grondwetspecialist zelfs een brief over geschreven aan premier Yves Leterme.

En de legervakbonden weten inmiddels, na het hervormingsplan, dat hij ook compleet geen respect heeft voor het sociaal overleg, nochtans ook een essentieel onderdeel in onze democratische en sociale geschiedenis (VANDENHOVE LUDWIG e.a. ‘Besparingsplan minister van defensie Pieter De Crem … waar is het overleg?’, vrije tribune in Info Defensie van de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD)-defensie, decembernummer 2009).

Kortom, minister Pieter De Crem zal misschien de geschiedenis ingaan, maar dan om heel andere redenen dan hijzelf denkt!

2009 zal vooral herinnerd blijven als het jaar van het herstructureringsplan met alle sociale en tewerkstellingsgevolgen.

Als burgemeester van de stad Sint-Truiden met de Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO) en de voormalige militaire basissen van Bevingen en Brustem ken ik defensie goed vanuit de praktijk.

Een louter operationeel leger voor bijna enkel internationale opdrachten waar minister Pieter De Crem van droomt, is niet mijn leger. Ik vind dat militairen ook een zekere maatschappelijke opdracht moeten blijven hebben, precies waar minister Pieter De Crem op bespaart en van af wil. Trouwens, zodra dit element kleiner wordt of verdwijnt, zal de burger nog minder bereid zijn om belastingen te betalen voor defensie. Als socialist is het leger voor mij bovendien een element van overheidstewerkstelling en een mogelijkheid om op die manier aan een stimulering van de economie te doen.

En de manier waarop minister Pieter De Crem praat over de potentiële opbrengsten van de verkoop van militaire eigendommen bewijst voor mij dat hij defensie (nog) niet kent.
Als burgemeester kan ik getuigen, na de sluiting van Bevingen/Brustem in 1996, dat de reconversie niet zo vlot verloopt en dat de vervreemding en de erbij horende opbrengsten zeker niet zo snel gaan als de minister nu verwacht.

Zonder volledig te zijn, een greep uit het non-beleid van minister Pieter De Crem gedurende 2009:

- na 2 jaar aandringen heeft er uiteindelijk een beperkt parlementair debat plaatsgehad op woensdag 13 januari 2010 in/> de verenigde commissies voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging van de Kamer van Volksvertegenwoordigers over de Belgische militaire aanwezigheid in Afghanistan.
België scoort zeer slecht inzake parlementair beslissingsrecht en controle inzake militaire aanwezigheid in het buitenland.
Tom Ruys maakt hierover een heel goede analyse in zijn vergelijking met heel wat andere Europese landen en zelfs de Verenigde Staten (RUYS TOM, ‘Parlementaire controle op het inzetten van strijdkrachten in het buitenland’, Rechtskundig Weekblad (RW), jaargang 73 - nummer 13 - 28 november 2009);
- hij wou toch zo graag de militairen te vriend houden.
Inmiddels weten we beter: de gemiddelde militair als gevolg van de afslankingsplannen en zelfs de Chief of Defence (CHOD) spaart hem niet.
Getuige hiervan is zijn laatste nota van eind december 2009;
- de zogeheten vrijwillige legerdienst, die de oorspronkelijke plannen van de vorige paarse regering van maatschappelijke meerwaarde van de jongeren compleet overboord gooit.
Het gaat om een goedkope recrutering met een enorme discriminatie ten aanzien van de militairen en/of ambenaren met een normaal contact.
Een gevaarlijk precedent!
Wil minister Pieter De Crem misschien een goedkoop huurlingenleger?;
- de ‘fratsen’ van zijn diverse buitenlandse missies (New York, recent bij een tussenlanding in Beiroet, …) en vooral dan de miskoop van de A330.
‘Air Flahaut’ is al lang vergeten;
- hij wil dat België een bescheiden, maar betrouwbare internationale partner is.

Waren wij dat vroeger dan niet?
Of maakt uw gedacht zeggen, ook tegen de Verenigde Staten en/of de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), u een onbetrouwbare partner?

Meer bescheidenheid, meer respect voor de militairen en voor het sociaal overleg en meer rekening houden met het parlement kunnen minister Pieter De Crem zijn plaats in de geschiedenis misschien nog wijzigen in zijn voordeel, maar dan zal hij het geweer snel van schouder moeten veranderen!

Ludwig Vandenhove
burgemeester stad Sint-Truiden
voorzitter voor de commissie voor de Landsverdediging

Zie onder andere ook de teksten ‘Besparingsplan minister van Defensie Pieter De Crem ... waar is het overleg?’ van 19 december 2009 en 'De Crem kent het leger niet!' van 3 oktober 2009.