Geen positieve boodschap voor provinciepersoneel
In zijn nieuwjaarstoespraak op maandag 5 januari 2015 in Hangar58 (domein Bokrijk) hing gedeputeerde van personeel Ludwig Vandenhove geen al te positief beeld op van 2015 voor het provinciepersoneel.
Ludwig Vandenhove sprak in de plaats van gouverneur Herman Reynders.
“Ik ben realist en wil de mensen niets wijsmaken. Ik heb dat nooit gedaan als politicus en doe dat nu ook niet”, zei Ludwig Vandenhove.
“Met de beslissingen van de huidige Vlaamse regering ziet het er inderdaad niet goed uit voor Limburg in het algemeen en de personeelsleden van de provincie Limburg in het bijzonder.”
Hieronder vindt u de integrale toespraak.
Mevrouw de griffier
Collega’s gedeputeerden
Beste collega’s personeelsleden
Vooreerst wil ik u in naam van de gouverneur en de collega’s-gedeputeerden het allerbeste toewensen voor 2015 voor u en uw ganse familie en allen, die u dierbaar zijn. En het is een cliché, maar tegelijkertijd een grote realiteit: een goede gezondheid, want daarzonder kan er weinig.
Natuurlijk tracht je bij het begin van het nieuwe jaar positieve boodschappen te brengen, maar ik vrees dat dat dit jaar niet zo evident is voor jullie als provinciepersoneel. Als politicus probeer ik de mensen nooit iets wijs te maken, dus nu ook niet.
Ons lot ligt niet meer in onze eigen handen, maar in handen van de Vlaanderen.
Het politiek niveau van de provincie staat onder curatele van de Vlaamse regering. Ondanks mijn lange politieke carrière op alle niveaus is dit zelfs voor mij nieuw: afhankelijk zijn van een ander bestuursniveau van wat je nog mag doen en wat je niet meer mag doen.
Wat zijn de feiten?
-Het Vlaamse regeerakkoord bepaalt dat wij als provincie enkel nog grondgebonden aangelegenheden mogen doen, dus geen cultuur of persoonsgebonden. En dan te weten dat we in 2013 nog zogeheten bestuursakkoorden met de toenmalige Vlaamse regering afgesloten hebben, die ons wel nog meer mogelijkheden gaf. Dit is onder andere wat mij steeds doet zeggen dat ik ‘deze mensen’ niet vertrouw.
Is dit continuïteit van het beleid? Neen, Vlaanderen is eerder een onbetrouwbare partner, die de gemaakte afspraken niet nakomt.
-Momenteel zijn er diverse werkgroepen actief in de schoot van de Vlaamse regering, die meer precies moeten afbakenen wat wij als provincies nog mogen doen en waarvoor we middelen zullen krijgen via de Vlaamse overheid.
Deze werkzaamheden zouden op dinsdag 31 maart 2015 moeten afgerond zijn.
Ik hoop het, want onduidelijkheid en onzekerheid zijn erger dan een minder goede situatie echt te kennen en te weten waar je aan toe bent.
-Ondanks het regeerakkoord ben ik er niet zeker van dat de bevoegdheid grondgebonden aangelegenheden integraal overeind gaat blijven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit diverse antwoorden op parlementaire vragen in het Vlaams parlement. Bovendien zijn er nog altijd de besparingen, die ons ook op dat vlak boven ons hoofd hangen.
Ja, ik durf voor mijzelf luidop de vraag stellen of na 2018 de provincies sowieso nog zullen bestaan.
2015 wordt dus een onzeker jaar voor ons allemaal, maar zeker voor jullie als personeel.
Sedert juli vorig jaar vragen wij al om duidelijkheid, maar deze is er nog steeds niet.
Wat is het plan van aanpak?
Wat is de timing?
Wat is het tijdspad?
Wat mogen we als provinciebestuur nog doen en hoeveel financiële middelen krijgen we daarvoor?
Wat gebeurt er met het personeel dat nu instaat voor de culturele en persoonsgebonden aangelegenheden? Is er bijvoorbeeld een overgangsperiode voorzien?
Gezien de al verstreken tijd wordt dit moeilijk.
Wat gebeurt er met de niet-vast benoemde personeelsleden?
Hopelijk krijgen we op al die vragen einde maart eindelijk antwoord.
De deputatie heeft beslist iedereen zolang mogelijk aan boord te houden. Zo zal er tot eind van dit jaar niemand ons bestuur moeten verlaten.
Wat er daarna zal gebeuren, hangt af van de verdere beslissingen van de Vlaamse overheid.
Diensten en/of instellingen, die wij niet meer mogen doen, gaan eventueel over naar Vlaanderen en/of bepaalde Limburgse gemeenten.
Wat daarvan de praktische en financiële gevolgen zullen zijn, is op dit moment evenmin duidelijk.
Wij proberen alleszins zoveel mogelijk te lobbyen bij de Limburgse gemeentebesturen om zoveel mogelijk mensen van jullie aan boord te nemen.
Tot nu toe is dat al gelukt in een aantal gevallen.
Beste vrienden
Inderdaad onzekere tijden waarin wij er toch moeten blijven staan.
‘Sommigen’ zouden maar al te graag hebben dat de dienstverlening achteruitgaat om alzo nog meer met de vinger naar de provincies te kunnen wijzen.
Dit is precies de dubbelzinnige houding waarin we als provinciebesturen zitten: we moeten ons werk blijven doen terwijl in feite de poten onder onze stoel worden uitgezaagd. Zo wordt het moeilijk, maar ik sluit mij hier volledig aan met wat mevrouw de griffier daarnet gezegd heeft.
Dat mogen ‘we’ hen niet gunnen. Ondanks de onduidelijkheid moeten wij verder doen.
De dienstverlening, die we zelf mogen blijven doen, moet kwalitatief gecontinueerd worden.
De overdracht van taken, die moet gebeuren, moet goed verlopen.
Wat proberen wij als deputatie te doen, buiten de situatie zo goed mogelijk op te volgen?
-Werkzekerheid tot eind dit jaar, zoals eerder reeds gezegd.
-Pragmatisch via dienstaanwijzingen zoveel mogelijk personeel verplaatsen naar grondgebonden bevoegdheden voor zover dit overeenkomt met capaciteiten en/of opleiding.
-Voor een beperkt aantal functies, die we niet intern kunnen invullen, zullen er kortelings vacatures uitgeschreven worden. We willen zo duidelijk het signaal geven dat wij, ondanks alle politieke donderwolken, die boven ons hangen, blijven geloven in een bovengemeentelijke structuur voor Limburg.
-Als Limburg hebben we zo een structuur nodig om in Brussel politiek nog iets blijven te betekenen. Immers, met alle respect voor Genk en Hasselt, in Limburg hebben we geen echte grootstad.
Ik hoop dat alle Limburgse democratische partijen, over de partijgrenzen heen, dit beseffen en dat we tot een nieuw model van samenwerking kunnen komen.
Ik geloof nog al in het concept stad Limburg dat gouverneur Herman Reynders al enige tijd geleden gelanceerd heeft.
Voor de verkiezingen van zondag 25 mei 2014 waren alle politieke partijen het daarover eens, waarom dan nu niet meer?
-Voor 2015 hebben we ervoor geopteerd om eveneens te blijven inzetten op bevoegdheden, die we in principe vanaf volgend jaar niet meer mogen uitoefenen.
Vanaf 2016 zullen we dan de financiële middelen en mogelijkheden moeten concentreren op de grondgebonden materies en moeten aantonen dat we een dienstverlening kunnen blijven aanbieden waar de Limburgse gemeenten en de Limburgers echt iets aan hebben.
Ik hoop dat mijn eerder pessimistische visie niet bewaarheid wordt, maar realisme en waakzaamheid zijn op hun plaats.
Jullie zijn allemaal provinciepersoneel, maar ook allemaal Limburgers.
Krijgen de Limburgse gemeenten en steden extra middelen voor de bevoegdheden, die ze erbij krijgen?
Wat met de taken, die door Vlaanderen zullen worden overgenomen?
Gebeurt dit volledig, gedeeltelijk of worden sommige gewoon afgevoerd?
Wij als Limburgers en jullie als provinciepersoneel verdienen het niet om met een kluitje in het riet gestuurd te worden.
Alleszins houden wij ons engagement om jullie als personeel rechtsreeks en via de vakbonden permanent te informeren voor zover wij zelf al iets weten. U kan ook steeds bij de personeelsdienst terecht voor vragen.
Ondanks deze niet zo positieve boodschap wens ik jullie een prettige nieuwjaarsreceptie.
Laat het vandaag zeker niet aan uw hart komen.
De integrale toespraak is tevens gepubliceerd op het intranet van provincie Limburg.
Zie ook Beleidsverklaring provincieraad van 14-11-2014, Ik blijf ze met die uitspraak confronteren! van 20-10-2014 en De Stad Limburg van 29-10-2013 op deze website.