Dat zegt burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove in zijn functie als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Naar aanleiding van de hervormingsplannen van minister van Defensie Pieter De Crem, over de sluiting van heel wat kazernes en de verkoop van een aantal militaire eigendommen, worden er nu heel wat voorstellen gedaan om deze infrastructuur zo snel mogelijk om te vormen (‘reconversie’) naar bijvoorbeeld gevangenissen, industrieterreinen, recreatiegebieden, etc.

Middenstands- en werkgeversorganisaties, zoals de Unie voor Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en VOKA-Kamer van Koophandel, dringen hier al een hele tijd op aan en komen nu opnieuw met deze plannen op de proppen.
Voor hen gaat het dan vooral over bijkomende industriegronden.

“Zonder mij in deze context te willen uitspreken over de politieke opportuniteit van de afslanking  van het leger, kan ik akkoord gaan met de visie om deze reconversie snel te laten verlopen.

Geconfronteerd met de praktijk van de sluiting van de voormalige basis in Brustem in 1996 moet ik echter alle beleidsverantwoordelijken met hun voeten op de grond brengen: een basis sluiten en/of een militaire eigendom vervreemden is één zaak, er een alternatieve bestemming aan geven is iets totaal anders.
Of: gemakkelijker gezegd dan gedaan!”, zegt Ludwig Vandenhove.

”Zoals ik al vaak gepleit heb in teksten, toespraken, etc. voor de huidige hervormingsplannen van defensie, zou er best een soort model ontwikkeld worden, waarlangs het snel beschikbaar maken voor andere doeleinden van voormalige militaire domeinen zou kunnen verlopen.
Uiteraard besef ik dat elk dossier anders is, maar er zijn toch een aantal algemene principes.
In zo’n model zou er een grote verantwoordelijkheid moeten toegekend worden aan de gemeente/stad op wiens grondgebied de betrokken infrastructuur zich bevindt.

In die context beluister ik de berichten, die nu de wereld ingestuurd worden alsof bij manier van spreken in een vingerknip zulke reconversie kan gebeuren, met de nodige kritische ingesteldheid.”, aldus Ludwig Vandenhove.

Politiek komt het in de publieke opinie goed over als er afslankingen gebeuren in het leger om hier dan onmiddellijk nieuwe initiatieven aan te koppelen, die zogezegd voor alternatieve tewerkstelling moeten/zullen zorgen. De praktijk is echter anders: als burgemeester van de stad Sint-Truiden kan ik er over meespreken.
Er zijn goede voorbeelden, zoals het asielcentrum in Bevingen (Fedasil) dat zijn deuren al geopend heeft in december 1998.
Er zijn minder goede voorbeelden, zoals het operationeel maken van het industrieterrein in Brustem, waar het 8 à 9 jaar geduurd heeft vooraleer de eerste bedrijven er hun deuren konden openen (federale en Vlaamse bevoegdheden; meningsverschillen tussen de federale overheidsdiensten (FOD's) defensie en financiën; vervuilde gronden, etc.) en vooral het 'kasteel te Bevingen' dat nog altijd te koop staat en inmiddels zo goed als vervallen is.

“Ik roep minister van Defensie op om snel werk te maken van een concreet reconversieplan na zijn afslankingsplan!”, besluit burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Hierover werd Ludwig Vandenhove in zijn functie als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging geïnterviewd voor het TVLnieuws en er verscheen eveneens een artikel in Het Nieuwsblad van 5 november 2009.

Zie onder andere ook de tekst 'De Crem kent het leger niet!' op deze website.